donderdag 3 juli 2025

Natuurpunt transformeert De Lage Haar tot een robuuster natuurgebied

Natuurpunt transformeert De Lage Haar tot een robuuster natuurgebied

                                                                           © Natuurpunt Schijnbeemden
Samen met het Gravinnenbos vormen de Lage Haarse Beemden, ook wel “De Lage Haar” genoemd, een aaneengesloten natuurgebied dat wordt onderhouden door vrijwilligers van Natuurpunt Schijnbeemden Kern Schilde.

In totaal beslaan beide gebieden samen een oppervlakte van bijna 52 hectare.
Op oude topografische kaarten wordt het gebied al vermeld onder de naam Delaegehaer, de Leege Haer (Vandermaelen), De Lage Heir (Popp), Lage Haarsche Beemden, een naam die verwijst naar lage veen- of heidegronden die periodiek gedeeltelijk of volledig onder water stonden.
                                                               © Natuurpunt Schijnbeemden

Door het gebied stroomt de Zwanebeek, die haar weg vervolgt over het grondgebied van Schilde, onder het Albertkanaal doorloopt en uiteindelijk uitmondt in het Groot Schijn te Wijnegem.
Het hele gebied, dat oorspronkelijk uit zeer natte veen- en heidegronden bestond, werd volledig gedraineerd met diepe greppels en beplant met Canadese populieren.
De natuur heeft hier vrij spel gekregen, en nu is het een prachtig gebied vol pioniersbomen zoals zwarte els, wilg, eik en berk.
Overal groeit bosbies, wat wijst op een overvloed aan kwelwater.
Uit plaatselijke bodemstaalname werden sporen van klei aangetroffen wat doet vermoeden dat de Zwanebeek in vroegere tijden regelmatig buiten haar oevers kwam en zo sedimenten achterliet.
Thans is de Zwanebeek, net als de Hofbeek, in de laatste decennia systematisch uitgegraven, waarbij de wanden met baggergrond zijn verhoogd, waardoor natuurlijke overstromingen niet langer mogelijk zijn.
                                                                             © Natuurpunt Schijnbeemden

Door de directe nabijheid van de Antitankgracht en de Zwanebeek zijn de ijsvogel, de aalscholver en zelfs de grote zilverreiger vaak te gast.
IJsvogel - © Frank Vermeiren / lid van GroenRand
Houtsnip, goudvink, appelvink en af en toe een nachtegaal broeden in het gebied.

Appelvink - © Frank Vermeiren / lid van GroenRand

Aalscholver -  © Frank Vermeiren / lid van GroenRand


Ook de matkop laat zich op bepaalde momenten zien en het gebied biedt mogelijkheden voor broednesten van deze soort.

                                                                             Matkop © Frank Vermeiren / lid van GroenRand

                                           

De waterral is een potentiële kandidaat.
Verder zijn er de drie bonte spechten, de zwarte specht, de tuinfluiter en tal van andere zangvogels.

Tuinfluiter - © Frank Vermeiren / lid van GroenRand


De bever heeft zich al laten opmerken door zijn knaagsporen.
Reeën vinden in het gebied volop plekjes om te rusten, en op de wildcamera’s zijn vossen en boommarters vastgelegd.

Nu is het nog wachten op de otter.
De rivierdonderpad is hier ooit waargenomen.
Deze week starten natuurinrichtingswerken in De Lage Haar, een natuurgebied langs de Zwanebeek in ’s-Gravenwezel.
De werken worden uitgevoerd door Natuurpunt Schijnbeemden, eigenaar van het gebied.
Natuurpunt wil de waterhuishouding van het gebied herstellen en zo de natuurlijke overstromingsdynamiek opnieuw op gang brengen.
De Lage Haar was vroeger een nat broekbos en overstromingsgebied, maar verloor door ingrepen in de vorige eeuw veel van zijn waterbergende functie.
Een parallelle gracht en enkele greppels worden gedempt.
In de wal langs de Zwanebeek worden twee stuwen aangelegd om het water gecontroleerd het gebied in en uit te laten stromen.
Een paar bomen worden verwijderd, maar alleen als het echt noodzakelijk is.
Oudere bomen worden zoveel mogelijk behouden.
                                                                                © Natuurpunt Schijnbeemden

Een deel van het hout wordt in de beek geplaatst om de waterstroom te vertragen en de natuurlijke vorming van bochten (meanders) te bevorderen.
Door het water langer vast te houden, wordt de kans op overstromingen bij hevige regenval kleiner en krijgt de natuur de kans om te herstellen.
Op den duur zal dit resulteren in een sterker broekbos met meer biodiversiteit en een betere weerstand tegen droogte.
Tijdens de werkzaamheden kan het landschap tijdelijk veranderen.
Een informatiebord wordt geplaatst bij het wandelpad ter hoogte van de Fortsteenweg en de Antitankgracht.


donderdag 26 juni 2025

Minister Brouns benadrukt dat initiatieven om landbouw en natuur te verenigen vanuit de basis moeten worden ontwikkeld, terwijl GroenRand van mening is dat er ondersteuning nodig is om gebiedsgerichte acties te realiseren

Minister Brouns benadrukt dat initiatieven om landbouw en natuur te verenigen vanuit de basis moeten worden ontwikkeld, terwijl GroenRand van mening is dat er ondersteuning nodig is om gebiedsgerichte acties te realiseren


Jo Brouns, de Vlaamse minister Landbouw, wil landbouw en natuur nauwer met elkaar verbinden.
Hij streeft naar een duurzame landbouw die rekening houdt met de natuur en biodiversiteit, maar uit een vorig GroenRand-artikel bleek dat hij het tempo moet opvoeren om zijn woorden in daden om te zetten.
Dit houdt in dat er meer nadruk gelegd moet op maatregelen die de milieueffecten van de landbouw verminderen, terwijl tegelijkertijd de natuurlijke omgeving versterkt wordt en rekening wordt gehouden met het verdienmodel van de boeren.

De landbouwers van Hal (Minderhout, Hoogstraten) bewezen al meermaals dat innovatie en landbouw hand in hand gaan.
Met het project HALnat zetten ze zich samen in voor een gebiedsgerichte aanpak naar een klimaatrobuuste landbouw.
Het projectgebied, doorsneden door het Merkske en zijn (zij)waterlopen, kampt met uiteenlopende uitdagingen.
In een breed partnerschap wordt gewerkt aan diverse maatregelen die de waterhuishouding, bodem, biodiversiteit en het landschap verbeteren.
Door maatwerkbegeleiding wordt daarnaast gezorgd dat de maatregelen goed inpasbaar zijn in de bestaande bedrijfsvoering.

Een uitgebreide menu aan maatregelen werd opgesteld waar landbouwers op vrijwillige basis mee aan de slag kunnen gaan.
Daarnaast wordt er ingezet op het verkennen van een collectief beheer van deze maatregelen en het landschap.
Samen met de landbouwers en gebiedsexperten wordt ook verder nagedacht over een toekomstvisie voor het gebied.



Er wordt altijd gezocht naar win-win situaties waarin natuur en landbouw elkaar versterken. Het Leader-project is ontstaan vanuit terreinkennis en een gedeelde visie.
Landbouwers kennen het gebied door en door.
Ze weten waar de natte hoeken zijn, welke bodems geschikt zijn voor welke teelten, en hoe biodiversiteit de gewassen kan ondersteunen.


Er worden proefprojecten opgericht die zich richten op een collectief landschapsbeheer, bijvoorbeeld voor het beheer van houtkanten, bufferstroken en bloemenranden.
Om deze initiatieven te versterken, wordt een lerend netwerk opgezet waarin landbouwers hun kennis en ervaringen delen.

Zo kan er regelmatig teruggekoppeld worden over de maatregelen en kent ook het beheer ervan een duurzaam karakter.



Tegelijkertijd start een traject waarin lokale landbouwers actief meedenken over de krachtlijnen en ontwikkeling van een ‘landbouwbeheerplan’.
Samen met de kennis van gebiedsexperts kan zo’n landbouwbeheerplan een gerichte, duurzame toekomstvisie voor het gehucht Hal betekenen.


Met het project HAL wil Boerennatuur Vlaanderen aantonen dat boeren, met de juiste ondersteuning en vrijwillige samenwerkingen, bereid zijn na te denken over het nemen van maatregelen en deze ook willen verankeren.

Het is van groot belang voor de landbouwers om flexibiliteit te behouden bij het uitvoeren van maatregelen, zodat koudwatervrees onder landbouwers wordt weggenomen.


Het hoofddoel van HALnat is het ontwikkelen van een gezamenlijke visie voor het landbouwgebied en het waarborgen van de betrokkenheid van de groep.
We hopen dat HALnat een inspiratiebron wordt voor andere projecten en de koudwatervrees wegneemt bij Vlaamse parken met soortgelijke ambities.

foto's : Senne en Wim Verschraegen

woensdag 25 juni 2025

Bebossing: ook nu plaatst Jo Brouns natuur tegenover landbouw

Bebossing: ook nu plaatst Jo Brouns natuur tegenover landbouw

                                                                    © Elke Pannier

Jo Brouns (CD&V) werd als Vlaams minister bevoegd voor zowel landbouw als voor omgeving. De vorige legislatuur stonden die anders geregeld recht tegenover elkaar. Maar van die polarisatie wil Brouns af. Daar moet plaats zijn voor zowel landbouw als voor versterking van de biodiversiteit. Hij wil daarom boeren en natuurverenigingen met elkaar verbinden. Brouns vindt dit een zware opdracht, maar bekijkt het ook als een groot voorrecht. Aanvankelijk waardeerde onze natuurvereniging deze houding en koesterde de hoop dat de minister een verbindende en bemiddelende rol zou spelen tussen beide partijen. GroenRand zet zich al geruime tijd in om de Kalmthoutse Heide tot een Nationaal Park te maken.
Het creëren van verbindingen tussen natuurgebieden is essentieel voor het behoud van biodiversiteit, omdat dit migratie, verspreiding en genetische uitwisseling tussen soortenpopulaties bevordert.

Minister Jo Brouns streeft ernaar de historische bondgenoten landbouw en natuur te herenigen en had een uitgelezen kans om zijn woorden in daden om te zetten door een bemiddelaar aan te stellen die grondeigenaren, boeren en natuurverenigingen bijeenbrengt.
De bemiddelaar fungeert als een "trait-d'union" om een constructieve dialoog te bevorderen, belangen te verhelderen en gezamenlijke oplossingen te vinden. Dit helpt om de natuur te verbinden tot een coherent geheel, wat essentieel is voor het behoud van de biodiversiteit. Een bemiddelaar kan een cruciale rol spelen in het overbruggen van tegenstrijdige belangen en het creëren van gezamenlijke visie voor de toekomst van het natuurlijke landschap. De voorgestelde functie van een bemiddelaar is niet bedoeld als een tijdelijke oplossing, maar als een langetermijninvestering in het versterken van de samenwerking. Kortom, de bemiddelaar is een instrument om de kloof tussen verschillende partijen te overbruggen en om een gezamenlijke landschappelijke visie te realiseren.  
Echter, ministers Brouns weigerde dit en bood zelfs geen mogelijkheid om nieuwe parken te realiseren.

Jaarlijks is er 18 miljoen euro beschikbaar voor bebossing, maar de minister heeft tot op heden nog geen enkele euro van dit budget vrijgemaakt

De Vlaamse Regering streeft naar 10.000 hectare extra bos tegen 2030. Vlaams Parlementslid Sanne Van Looy spoort minister Jo Brouns aan om het bebossingstempo op te drijven, aangezien de middelen momenteel beschikbaar zijn in de 'boskluis'. De lokale besturen spelen een cruciale rol in het realiseren van de bosuitbreidingsdoelstellingen. Sanne Looy benadrukt dat er bij de lokale besturen brede steun bestaat voor meer bos, maar zij verwachten van de Vlaamse Regering een krachtig signaal dat bosuitbreiding essentieel is voor het milieu. Minister Brouns heeft toegezegd de aankoopsubsidie voor bos opnieuw in te voeren. Daarnaast beloofde hij een plan van aanpak te ontwikkelen voor lokale bosplannen.

Vlaams volksvertegenwoordiger Sanne Van Looy zetelt in de commissie Leefmilieu. Ze heeft niet bepaald het volste vertrouwen in de antwoorden van vorige week over de bebossingsturbo, waar Vlaanderen mee aan de slag zou moeten gaan. Meer bos in Vlaanderen? Negen op de tien Vlamingen zegt volmondig ja. En terecht. Bossen zijn meer dan een leuk extraatje. Ze zijn onze natuurlijke airco tijdens warme zomerdagen, zuiveren onze lucht en bieden plekken van rust en ontspanning.


Daarom is de Vlaamse regering terecht ambitieus en herbevestigde ze de doelstelling om 10.000 hectare extra bos te voorzien tegen 2030. Het dossier lijkt echter vast te zitten. In Knack hebben we de boeiende inzichten van Sanne Van Looy hierover kunnen lezen:

Alles staat klaar, maar waarom twijfelen we nog? Tijd om de schop in de grond te planten!

De bevoegde minister moet niet van nul starten.
Tijdens de vorige legislatuur werd de kentering ingezet met netto 1.342 hectare extra bos.
Dat is de optelsom van de 1.595 hectare die werd ontbost en werd gecompenseerd met de aanleg van 2.937 hectare nieuw bos, wat de bosbalans voor het eerst positief maakte.
Historisch!
Een deel van dat nieuw bos kwam er dankzij het enthousiasme van de steden en gemeenten, die tussen 2020 en 2023 met doelgerichte steun van de Vlaamse overheid instonden voor 267 hectare extra bos.
Dat beleid werkte dus. Daarom wordt er jaarlijks 18 miljoen euro op tafel gelegd voor verdere bosuitbreiding. Alles ligt dus klaar om eraan te beginnen. Alleen maakte de minister nog geen euro vrij van dit budget. Waarom worden die voorziene middelen niet gewoon ingezet?
Tijdens de commissie van 17 juni kwam de aap uit de mouw: de minister koppelt bebossing aan een landbouwdossier. En zo zet hij gewild of ongewild landbouw en natuur weer tegen elkaar op. Dat terwijl het net de bedoeling is om beide te verzoenen. Iets wat hij nochtans zelf graag benadrukt.

Finaal verliest zo iedereen

De natuur verlies omdat nieuwe bossen op zich laten wachten. De boeren verliezen want ze kunnen in een gepolemiseerde context langer wachten op hun voorkoopregeling aangezien er nieuwe voorwaarden aan worden gekoppeld. En de lokale besturen verliezen want ze blijven in het ongewisse, terwijl ze net nu hun plannen voor de komende legislatuur aan het opstellen zijn.

Vertrouwen in de lokale besturen


Bovendien lijkt minister Brouns verder te gaan dan de afspraken in het regeerakkoord en nieuwe bestemmingsvoorwaarden te koppelen aan bebossingssubsidies. Steden en gemeenten hebben nood aan vertrouwen en ondersteuning, niet aan nieuwe drempels of extra beperkingen opgelegd door de Vlaamse overheid. Er bestaat al genoeg regelneverij.
Eigenlijk is het doodeenvoudig. Het zijn de steden en gemeenten die als beste weten op welke plaats en op welke manier we best extra bossen planten. Ze hebben uiteraard wel middelen nodig om mee te werken aan de doelstelling van de Vlaamse overheid. Maar die gaan verloren door gebrek aan beleid. Hoeveel bossen hadden met de eerste 18 miljoen niet kunnen worden aangeplant? Die laat de minister liggen om het moeilijker te maken dan het is. We hebben geen ministers nodig om zaken moeilijker te maken, wel om zaken te versnellen.
Zonder duidelijkheid voor de steden en gemeenten valt het enthousiasme stil. Voorstel? Nu een ‘overgangssubsidie’ geven om alvast in 2026 te kunnen beginnen met bebossingsprojecten. Want als we de geambieerde koers voor meer groene longen in ons dichtbebouwde Vlaanderen willen aanhouden, hebben we niet alleen goede bedoelingen nodig, maar ook tijdige beslissingen. De N-VA zal erop blijven toezien dat de gemaakte afspraken worden uitgevoerd: mét vertrouwen in de lokale besturen, zonder tijdverlies. Onze visie
Lokale besturen vormen inderdaad een belangrijke partner.
Maar koken kost geld.
De minister heeft meerdere malen verklaard dat de nieuwe subsidieoproep voor de aankoop van gronden bestemd voor bebossing vrijwel gereed is
Maar de oproep lijkt gekoppeld te zijn aan het voorkooprecht om bosontwikkeling te realiseren.
En dat moet dus nog in elkaar geknutseld worden.
Zolang er geen akkoord is over het voorkooprecht, komt er ook geen beslissing. Hopelijk krijgt het dossier snel groen licht, want enkel zo kan er eindelijk werk gemaakt worden van meer bos.
Als we de gewenste koers voor meer groene longen in ons dichtbebouwde Vlaanderen willen voortzetten, zijn niet alleen goede intenties vereist, maar ook tijdige beslissingen, en moet er een einde komen aan politieke spelletjes. De minister koppelt bebossing aan een landbouwdossier, zo zet hij landbouw en natuur weer tegen elkaar op. GroenRand heeft de indruk dat de minister landbouw en natuur van elkaar wil scheiden om spanningen te voorkomen, terwijl hij tegelijkertijd stelt dat hij juist een verbinding wil creëren tussen beide domeinen.
Het doet denken aan een kok die zout en peper apart houdt, maar toch belooft dat het gerecht uitstekend op smaak zal zijn!

Hier kan u het volledige verslag van het debat in de commissie lezen: Commissie voor Leefmilieu, Natuur en Ruimtelijke Ordening dinsdag 17 juni 2025, 13 uur | Vlaams Parlement