Wolf August is niet meer
Dat betekent niet dat het over en uit is voor de wolf in deze regio.
August is hier vijf jaar geweest.
De kans is groot en evident dat het DNA van August verder wordt gezet.
DNA-onderzoek wijst bijvoorbeeld uit dat wolvin Emma in Kalmthout en Brecht de tiende welp is van Noëlla en August.
Een bewijs dat er in het uitgestrekte gebied van het Grenspark De Kalmthoutse Heide, Het Marum en Groot Schietveld tussen Wuustwezel en Brecht voldoende wild en knaagdieren zijn om de wolf te voeden.
Ook andere charismatische soorten, zoals otter, boommarter en bever zijn aan een opmars bezig.
Allemaal soorten die je terug kan vinden in het Antitankgracht-gebied en GroenRand.
Veel roofdieren werden in het verleden tot
volksvijand verheven.
‘Dat de dieren vis eten, bleek in de naweeën van de 19de-eeuwse hongersnoden voldoende om de soort de totale oorlog te verklaren’, zegt Koen Van Den Berge (INBO), die zich in de vaderlandse roofdiervervolging verdiepte.
‘Een goede otter was een dode otter.’
Een staatspremie moest het enthousiasme nog wat
aanwakkeren.
Rond 1900 werden jaarlijks zo’n driehonderd premies uitgereikt, het merendeel
in Vlaanderen.
Die aanpak loonde: het aantal uitgereikte premies – en otters – nam snel af.
Vanaf de helft van de vorige eeuw zorgde vuil water, waarin amper nog een vis zwom,
voor de genadestoot.
Otter (Lutra lutra) © Yves Adams
Daar komt nog bij dat veel roofdieren zich vrij traag voortplanten.
Een otter krijgt één à twee jongen, die twee jaar bij de moeder blijven.
‘Alles bij elkaar zorgt dat ervoor dat het vrij goed lukt om deze dieren uit te roeien, wanneer je je daar op toelegt en alle middelen geoorloofd zijn’, zegt Van Den Berge. Dat was precies wat tot niet zo heel lang geleden gebeurde, met geweren, stroppen, klemmen en vergif.
Zoals de otter verging het ook de vos en de boom- en steenmarter, die allemaal weleens een kippetje lusten. Boommarter - © Karel De Blick
De bever, die geen roof- maar een knaagdier is, vertoont gelijkenissen met de otter.
Ook hij leed onder de slechte waterkwaliteit en was gevreesd wegens de schade die hij aan dijken kan aanrichten.
‘Momenteel leven er naar schatting al een kleine 450 bevers in Vlaanderen’, zegt expert Frank Huysentruyt (INBO).
Bever ©Ben Hellebaut
‘Er is nog veel plaats voor meer dieren.
De vraag zal eerder zijn hoeveel we er willen tolereren, en waar.’
Door zijn graaf- en bouwwerken is de bever niet overal een graag geziene gast.
‘Zelfs in natuurgebied is hij soms ongewenst, als hij de verkeerde stukken onder water zet.’ Bever ©Ben Hellebaut
Dat de bever ook een territorium verdedigt, kan handig worden uitgebuit om schade op ongewenste plaatsen te voorkomen.
Bever ©Ben Hellebaut
Wanneer je ervoor zorgt dat een plekje in de buurt aantrekkelijk is voor bevers – zoals een zijriviertje van een belangrijke waterloop – zullen de dieren zich daar vestigen en soortgenoten weghouden.
‘Niets is zo effectief om bevers af te schrikken als de aanwezigheid van andere bevers.’
In het drukbevolkt Vlaanderen concurreren mensen en dieren om ruimte en voedsel.
Wilde dieren hebben behoefte aan grote en aaneengesloten leefgebieden en mensen hebben behoefte aan akkers, wegen en huizen.
Bij de zoektocht naar ruimte en voedsel komen wilde dieren vaker in aanraking met lokale bevolking.
Het aantal conflicten tussen mensen en wilde dieren neemt daardoor toe.
Uiteindelijk komt het erop aan om een draagvlak en oplossingen te creëren bij de lokale bevolking voor de terugkeer voor die diersoorten
Bron: Eigen redactie + Fragment uit EOS
Geen opmerkingen:
Een reactie posten