GroenRand blijft dromen
Een burgervereniging die de doelstellingen onderschrijft en eventueel tracht bij te sturen.
Natuur in Vlaanderen is niet beperkt tot natuurgebieden maar vind je overal in het landschap.
Daarom moeten er natuurprojecten opgezet worden die leefgebieden versterken en verbinden, groene stapstenen voor waardevolle fauna en flora.
Mooi jaarcijfer
In totaal gingen dankzij de Regionale Landschappen 442 510 bomen en struiken de
grond in.
Dit resulteerde onder andere in 125 km extra hagen, 136 000 m²
houtkanten en 221 nieuw aangeplante hoogstamboomgaarden.
Daarnaast werden
dankzij deze 16 streekorganisaties 158 poelen gegraven.
Ze zorgden ook voor
herstel, onderhoud of nieuwe aanleg van 258 km trage wegen en 217 ha
graslanden.
GroenRand is erg tevreden met deze mooie jaarcijfers, maar er ligt nog veel
werk op de plank.
Werk op de plank
Kleine landschapselementen zoals hagen, heggen en houtkanten hebben doorheen de tijd een deel van hun economische waarde verloren en dreigen daarom vaak te verdwijnen uit ons landschap.
Ze zijn als verbinding en buffer tussen en rond de grotere natuurkernen essentieel voor een aantal zgn. ‘ecosysteemdiensten’.
De biodiversiteit in het landschap verhogen is uiteraard belangrijk, maar die kleine landschapselementen zorgen ook voor erosiebestrijding, een betere waterkwaliteit en wapenen ons landschap tegen de klimaatveranderingen die op ons afkomen.
GroenRand hoopt daarom dat er verder en meer ingezet wordt op het aanplanten van nieuwe hagen en houtkanten én een gericht beheer ervan.
Regionale landschappen werken vooral vanuit kennis en ervaring, vanuit verbinding met het lokale netwerk.
Ze verbinden bewoners, landbouwers en bezoekers met het landschap.
landschapsbenadering
GroenRand stimuleert een gebiedsgerichte aanpak waarbij de landschapsbenadering (landscape approach) aan de basis ligt.
In deze benadering worden de belangen van de verschillende stakeholders in een landschap integraal bekeken en via dialoog op elkaar afgestemd.
Open ruimte is essentieel voor klimaatbuffering, biodiversiteit, voedselproductie, erfgoed en recreatie.
Enkel een integrale aanpak zorgt voor een duurzame open ruimte met landschappen waar mensen zich mee verbonden kunnen voelen.
Dankzij deze werking van onderuit gaan we voor draagvlak en kunnen we landschappen robuuster maken.
Onze stelling is steeds geweest dat door Vlaamse parken getracht wordt om een eenheid van beheer te bekomen en er gestreefd kan worden naar het creëren van territoriale verbindingen.
Er wordt hierdoor een poging gedaan om de handen in mekaar te slagen met de betrokken besturen en plaatselijke actoren.
En dat is nodig willen we vooruitgang boeken met onze natuurverbindingen.
GroenRand blijft dromen
In robuuste landschappen speelt de natuur en biodiversiteit dé belangrijkste rol in o.a. de soortenbescherming, ontsnippering, CO2–opslag en waterbuffering.
Rond de Antitankgracht koestert natuurvereniging GroenRand boeiende toekomstplannen: van een natuurnetwerk naar een heus Nationaal park en een verbindende klimaatgordel.
Otter, bever en boommarter: het zijn soorten die bezig zijn aan een terugkeer in het GroenRand-gebied.
Met het opduiken van deze rode lijstsoorten bewijst de Antitankgracht als
“dierenautostrade” een goede verbinding te vormen naar andere natuurgebieden.
De Antitankgracht zou volgens de alternatievenonderzoeksnota (Nieuwe Rand) een
van de belangrijkste dragers zijn van de klimaatgordel en dit voor vrijwel de
volledige regio.
Ontsnippering (soortenbeschermingsprogramma otter) en het watercomponent zijn
voor ons dus twee prioritaire doelstellingen om van de Antitankgracht een volwaardige
drager te maken van de klimaatgordel en het toekomstig Nationaal park.
Werkpunten
Het fysische systeem rond de Antitankgracht moet robuuster wordt gemaakt voor droogteperiodes zodat water tijdens natte periodes langer beschikbaar wordt gehouden tot in periodes van droogte (visbestand).
Om een aantal zaken te kunnen opnemen uit integraalstudie en landschapsbeheerplan is er nood aan extra fondsen voor realisatie (natte verbindende functie, waterkwaliteit, visbestand, recreatie, ontsnippering, bufferbekkens, migratieknelpunten, waterinfiltratie ...).
Onze doelstelling is om dit proces blijvend in gang te houden.
Om dit te bereiken zijn vier instrumenten belangrijk:
• Nationaal park
GroenRand is voorstander van een landschapsecologische benadering en het concept van ecologische netwerken.
Door versnippering en kwaliteitsverlies van natuurlijke habitats, kunnen veel aandachtssoorten in Vlaanderen (b.v. Otter) niet meer overleven.
Fragmentatie creëert kleine, genetisch verarmde populaties en verhoogde inteelt.
De milieuvereniging heeft er nooit een geheim van gemaakt dat ze de Schietvelden, de Kalmthoutse Heide en aanleunende natuur- en bosgebieden met elkaar wenst te verbinden en heeft steeds gehoopt dat hier een Nationaal park gerealiseerd zal worden.
• Soortenbeschermingsprogramma's otter
De otter is een paraplusoort.
Om de otter terug te brengen moet je de water- en habitatkwaliteit verbeteren.
Daar vaart het hele gebied waar de soort leeft en foerageert wel bij.
Vispopulaties doen het beter, de natuur naast de waterlopen herleeft, wat ook goed is voor insecten, vogels en andere soorten.
Ontsnippering, het terugdringen van de risico’s op verkeerssterfte
en het verbeteren van de waterkwaliteit vormen binnen dit soortenbeschermingsprogramma grote uitdagingen.
De otter kan als vlaggenschipsoort
beschouwd worden voor het integraal beheer van hoogwaardige waterrijke
natuursystemen.
• Antitankgracht: belangrijkste drager van de klimaatgordel (De nieuwe Rand)
Fauna
en flora maken gebruik van de corridorfunctie van de Antitankgracht om te
migreren tussen verschillende natuur- en bosgebieden.
De versnippering door de aanwezige bebouwing, vele wegen en spoorweg vormt een
zwaar knelpunt voor de Antitankgracht en omliggende natuur en bosgebieden: het
zoeken naar
methodieken om op regionale schaal te ontsnipperen is hier dé uitdaging
(zie ook soortenbeschermingsprogramma otter).
Deze
gracht is dé belangrijkste drager van dit netwerk en is een interessante
structuur om de droogteproblematiek rond dit gebied aan te pakken.
Er zijn duidelijke meekoppelkansen tussen denkbare maatregelen rond de
gebiedsbrede aanpak van droogte en de belangrijke taakstelling rond
waterkwaliteit en waterbeschikbaarheid in de gracht, gelinkt aan de
kwaliteitsdoelstellingen van de Europese Kaderrichtlijn Water en de Europese
Habitatrichtlijn.
• Het Integraal waterproject Groot Schijn
Dit project moet de hefboom vormen om via een interbestuurlijke samenwerking het afstroomgebied van het Groot Schijn valleibreed (verticaal en horizontaal) op te waarderen en de beekvallei terug de ruimte te geven die ze van nature nodig heeft.
Het Groot Schijn ontspringt in Westmalle, stroomt vervolgens door de Voorkempen en wordt aan de Schijnpoort in Deurne overgepompt in het Albertkanaal.
Het Schijnbekken wordt doorsneden door het Albertkanaal, het kanaal Dessel-Schoten en de Antitankgracht.
Het Groot Schijn vormt een belangrijke schakel binnen het Natura 2000 gebied ‘de Bossen en heiden ten oosten van Antwerpen’.
Voor GroenRand is de verbinding Vrieselhof/Fort van Oelegem richting Zoerselbos belangrijk om daarna een verbinding te maken met het project rond het Vliegveld van Malle.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten