Daar zijn de iconische dieren weer: otter, bever en boommarter maken comeback in GroenRand
Iconische diersoorten die lang (zo goed als) uitgestorven
waren in Vlaanderen, vinden stilaan hun weg terug naar GroenRand en de
Antitankgracht.
Er was een tijd dat het lot dieren in Vlaanderen niet veel keuze liet: bejaagd
worden, of verjaagd worden.
Bejaagd in het geval van pelsdieren zoals de bever, en verjaagd in het geval
van roofdieren (otter en bever) die het boeren en vissers lastig maakten.
Dat was niet alleen jammer voor de natuurbelievers onder ons, het was ook slecht nieuws
voor het ecosysteem, dat daardoor verarmt.
Van natuurnetwerk naar Nationaal park
Rond
de Antitankgrachtgracht koestert natuurvereniging GroenRand nog steeds boeiende toekomstplannen: van
een natuurnetwerk naar een heus Nationaal park.
Hoop doet leven, we blijven erin geloven!
Want het Grenspark Kalmthoutse Heide maakt aan de Nederlandse zijde reeds deel uit van
het netwerk van Nationale Parken.
Waarom zou Vlaanderen in de toekomst achterblijven!?
Gezien de omvang, het monumentale karakter van het gebied en de grote
naamsbekendheid, is GroenRand overtuigd dat we nog steeds sterke kaarten in handen
hebben om later ook aan Vlaamse zijde als Nationaal Park erkend te worden.
Er zijn een aantal belangrijke natuurkernen in de omgeving van het Grenspark.
Die wil GroenRand op een kwaliteitsvolle manier met elkaar verbinden.
Aan Vlaamse zijde kijken we naar de Antitankgracht die een verbindend lint vormt tussen de reeds aanwezige natuurkernen zijnde Fort Stabroek, Schans van Smoutakker, Elsenbos, Ertbrandbos en Fort van Ertbrand, Mastenbos, den Uitlegger en Koude Heide, het Klein en Groot Schietveld, het van Fort Brasschaat, de Inslag, De Mick en de bossen van de Brechtse Heide.
Gered door Red de Voorkempen
Einde vorige eeuw kon een sterke milieubeweging dit langgerekte brok natuur redden van de plannen om er een breed duwvaartkanaal van te maken
naar de haven.
Zo konden er langs het hele traject meer en meer plekken ontstaan vol rijke
biodiversiteit, met hier en daar zelfs planten en dieren die in Vlaanderen
steeds zeldzamer worden.
Voor een goed natuurbeleid moeten flora en fauna zich echter tussen
nabijgelegen natuurgebieden kunnen verplaatsen via verbindingsstroken.
Hoe vlotter planten en dieren met hun soortgenoten in een ander gebied in
contact komen, hoe kleiner de kans dat een soort uitsterft.
Cadeau
GroenRand ging zich toeleggen op de ontwikkeling van dergelijke natuurverbindingen.
Eind 2019 had de natuur een extra cadeau in petto: het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek besloot uit sporenonderzoek dat de otter de weg had gevonden naar de Antitankgracht.
De otter is uiterst gevoelig voor vervuiling, zijn verschijning in de gracht is dus een veelbelovend positief signaal.
Bij GroenRand neemt men de aanwezigheid van de otter nu als symbolisch
streefdoel voor betere milieuomstandigheden in en rond de hele Antitankgracht.
De natuurvereniging pleit alvast voor een ottervriendelijke inrichting, zodat
het dier de gracht als leef- en doortrekgebied uitkiest.
Zulk een gebiedsgericht project zal meteen veel plant- en diersoorten ten goede komen.
Zoals onder andere ook de boommarter, een zeer zeldzame soort die Europese bescherming geniet.
Comeback van de boommarter
© Karel De Blick
De boommarter is aan een comeback bezig in de GroenRand-contreien.
© Karel De Blick
Bosrijke verbindingen en ontsnipperende maatregelen zijn van levensbelang voor
boommarters, net als een natuurlijk bosbeheer met veel variatie en oude en dode
bomen.
Dankzij dergelijk beheer kunnen we de boommarter in het Antitankgracht-gebied
verwelkomen.
© Karel De Blick
In zo goed als alle bossen langs de Antitankgracht komt de boommarter voor.
Op alle locaties (buiten Schans van Smoutakker, Fort van Stabroek en Elsenbos), Klein Schietveld, het Wolvenbos en in Schilde zijn er reeds waarnemingen.
Knaagsporen van de bever
©Ben Hellebaut
Ondertussen
zien we tevens knaagsporen van de bever langs de Antitankgracht in Schilde en Ranst.
De bever is met een lichaamslengte van 70-100 cm en een gewicht van 15-35 kg, het grootste knaagdier in Vlaanderen en Europa.
Het dier lijkt zich hier goed thuis te voelen met wissels (looppaden) op de
oever en heel wat knaagwerk.
©Ben Hellebaut
Ook in het bos tussen de E34 en de Zwaaikom van het Albertkanaal in Oelegem hebben natuurliefhebbers in het verlengde van de Antitankgracht een beverdam ontdekt op de Kapelbeek.
En ook in het Schijn in Oelegem hebben bevers een heuse beverdam gebouwd.
Ja, de bever is ongetwijfeld terug. ©Ben Hellebaut
Dat is ook goed nieuws voor het ecosysteem rond de
bever.
Met hun dammen veranderen bevers de lopen van beken en grachten, met meer
stilstaand water.
©Ben Hellebaut
Daar hebben libellen, vissen, amfibieën, vogels en ook andere zoogdieren zoals otters en vleermuizen dan weer baat bij.
Aan beverdammen krijgt water langer de tijd om in de bodem te trekken, wat ook de overstromingsdruk vermindert bij hevige regenbuien.
Zo werkt de bever een klein beetje mee aan de doelstellingen van de Vlaamse blue deal. ©Ben Hellebaut
Een soortbeschermingsprogramma moet het soortherstel van de bever begeleiden.
De bever staat bekend als dé landschapsarchitect onder de dieren.
Met zijn ijzersterke tanden en krachtige kaken zorgt de bever zelf voor z’n perfecte habitat.
Daar moeten genoeg bomen staan die hij kan vellen om het water in te dammen of een burcht te bouwen.
Die dammen helpen het waterniveau verhogen om de toegang naar hun verblijfplaats onbereikbaar te maken voor andere dieren.
En de tragere stroming maakt het makkelijker om voedsel te vinden.
Logisch dus dat je bevers vooral in waterrijke bosgebieden vindt.
Bevers veranderen actief de structuur van het landschap
©Dirk de Beuckelaer
Ze kunnen hierdoor wateroverlast, vraat- en graafschade veroorzaken.
Soms zorgen beverdammen voor drainageproblemen en wateroverlast.
Gewassen en bomen ondervinden vraat- en knaagschade.
Oevers en dijken raken
mogelijks ondermijnd door tunnels en holen.
Dergelijke mogelijke conflicten vragen om een aangepaste begeleiding om een
negatieve impact op zijn herstel te vermijden.
Van het soortenbeschermingsprogramma mogen de waterbeheerders daarom uitzonderlijk afwijken.
Bijvoorbeeld om economische schade te voorkomen of in gebieden met kwetsbare natuur (SBZ, VEN, natuur en bos op Gewestplan).
Het beschermingsprogramma laat ook toe om de bevers eventueel te vangen en te verplaatsen (enkel op vraag van Natuur en Bos en onder strikte voorwaarden).
©Dirk de Beuckelaer
De bever verdient - ook in het dichtbevolkte en versnipperde Vlaamse
landschap - om de nodige ruimte te krijgen om zich op een duurzame manier te
kunnen voortplanten.
Als hiervoor op sommige plaatsen - al dan niet tijdelijk - ruimte moet worden
teruggeven aan natuurlijke valleisystemen, dan krijgen we daar als samenleving
immers ook veel voor terug: minder problemen met een verstoorde
waterhuishouding en een positieve impact op de biodiversiteit.
Zo kan de terugkeer van de bevers in Vlaanderen net bijdragen aan de versterking van het groenblauwe netwerk.
Draagvlak
Uiteindelijk komt het
erop aan om een draagvlak te creëren bij de lokale bevolking voor de terugkeer
voor deze iconische diersoorten.
Daar is regelgeving voor nodig.
Dit kan niet zonder een aangepast beleid dat ervoor zorgt dat
mens en dier kunnen samenleven: sensibiliseringsprogramma’s, inspraakmomenten,
overheidssteun en compensatieregelingen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten