GroenRand vraag aandacht voor de achteruitgang van de egel in Vlaanderen – een stekelige kwestie
Zowel landbouw- als verstedelijkt gebied, maar ook randzones, waar open en gesloten vegetatie elkaar afwisselen, blijken favoriete plaatsen om te vertoeven.
Denk daarbij aan parken, tuinen of kleinschalige landbouwzones.
Egels vinden het er prima omdat er voldoende voedsel, schuil- en rustplekken aanwezig zijn. Dat er meer egels per hectare voorkomen in verstedelijkt gebied dan in landbouwgebied, is vermoedelijk omdat er veel voedsel te vinden is dat door de mens vervaardigd is en omdat de stad beter beschermt tegen extreme klimaatomstandigheden tijdens de winter.
© Pixabay
En toch zijn er indicaties dat de populatie egels sterk achteruit gaat.
Wanneer we geen maatregelen nemen, dan zouden we de soort wel eens kunnen verliezen binnen pakweg 50 jaar.
Momenteel krijgt de egel de status ‘momenteel niet in gevaar’ volgens de Rode Lijst van Vlaamse zoogdieren, maar de lijst is ondertussen al minstens 10 jaar oud.
Onderzoek geeft aan dat de egelpopulatie in meerdere West-Europese landen achteruit gaat, of dat dat minstens wordt vermoed.
Ook in de GroenRand-regio zijn er aanwijzingen dat er iets ernstig aan de hand is met de egelpopulatie.
Onder andere de vogelopvangcentra (VOC) trekken aan de alarmbel en geven aan dat ze elk jaar meer egels binnenkrijgen voor opvang en verzorging.
Hoe is het zover kunnen komen?
En kunnen we het tij nog keren?
We gaan er in deze GroenRand-website dieper op in met Kristof Baert, onderzoeker bij het team Faunabeheer van het INBO.
Death by a thousand cuts
“Er is eigenlijk niet echt één hoofoorzaak aan te duiden”, aldus Baert.
“Het gaat om meerdere factoren, die al dan niet onderling met elkaar gelinkt zijn.
Er zijn een aantal factoren die op heel wat van onze soorten een effect hebben, zoals het verlies van leefgebied, fragmentatie van habitat, intensieve landbouw, een verminderd aantal nestplaatsen in tuinen, het verlies van insecten als voedselbron, …
Bovendien eisen ook verkeersongevallen en afsluitingen en netten waarin dieren verstrikt kunnen raken, een hoge tol.
Voeg daar nog predatie aan toe door onder andere dassen en honden en je beseft meteen dat de egel het niet makkelijk heeft.”
Maar los van de factoren die een impact hebben op diverse soorten, moet de egel nog de strijd aangaan met een paar extra gevaren.
Zo is er bijvoorbeeld het probleem van de grasmaaiers en andere tuingereedschappen.
“Een recente studie toont aan dat 50 % van alle Duitse egels sterven aan de verwondingen die ze opliepen door contact met o.a. robotmaaiers.
Ook bij onze VOC’s worden de laatste jaren steeds vaker steeds vaker gewonde egels geregistreerd.
Vooral jonge egels, met een gewicht lager dan 200 gram, blijven kwetsbaar bij nachtelijke maaibeurten, zelfs bij toestellen die door producenten ondertussen egelvriendelijker gemaakt werden door beschermende platen en voorwielaandrijving”, geeft Baert aan.
© Egelwerkgroep - egel is verwond door een bosmaaier
Maar niet alleen ’s nachts worden egels belaagd; ook overdag loert het gevaar om de hoek. Bosmaaiers die worden gebruikt voor het maaien van ruige randen kunnen egels verrassen terwijl ze overdag rusten.
“Egels zijn nachtdieren.
Overdag slapen ze in ruigtes en in dood plantenmateriaal.
Ga je daar dan maaien met de bosmaaier, dan geraakt een egel niet tijdig weg of rekent hij op zijn beschermingsreflex door zich op te rollen.
Maar een stekelig pantser volstaat helaas niet tegen een messcherpe bosmaaier.”
© Egelwerkgroep -
Ziek, zieker, dood
Vanaf 2019 kregen de VOC’s te maken met grotere aantallen egels die etterende en geïnfecteerde wonden hebben.
De egels overleven die aandoeningen meestal niet. “Wat de etterende wonden precies veroorzaakt, is nog niet volledig duidelijk, maar opvallend is wel dat bij de aangetaste egels een hoge besmettingsgraad van Corynebacterium ulcerans werd vastgesteld.
Dat is de bacterie die bij de mens difterie of kroep veroorzaakt. Vandaar dat deze aandoening bij egels HDD of hedgehog diptheric disease wordt genoemd”, vult Baert aan.
De achteruitgang van de egel in Vlaanderen
Zo rapporteerde o.a. het INBO over de grootschalige achteruitgang van insecten.
ANB en Departement Omgeving focusten o.a. op een betere inrichting van tuinen zodat onze Vlaamse tuinen meer geschikte schuilplaatsen en voedsel aanbieden aan o.a. egels.
Met de komst van het VAPEO (Vlaams Actieprogramma Ecologische Ontsnippering) is er ook een flinke stap vooruit gezet voor ontsnippering: door de aanleg van o.a. ecoducten en ecotunnels raken dieren ‘van hier naar daar’, zonder onder de wielen van een auto terecht te komen.
Samen met heel wat partners heeft de Vlaamse overheid de laatste jaren hard ingezet op het verbeteren van de situatie van de Vlaamse egelpopulatie.
Er is nog veel werk aan de winkel, maar een deel van dat werk kan ook gedragen worden door burgers en lokale openbare besturen (inrichting van parken, sport- en speelterreinen, plantsoenen, …).
Hoe dat precies in zijn werk gaat, lees je in onderstaande tips, onder andere aangereikt door Natuurpunt.
Zorg voor voldoende schuilplaatsen
Laat gerust wat gezellige rommelige hoekjes in je tuin achter: een stapel takken of een dik pak bladeren zijn voor een egel de hemel op aarde.
Een tuin met veel afwisseling (gras, struikgewas, bomen) creëert schuilhoekjes bij naderend gevaar.
Braamstruiken, heggen en omgevallen bomen zorgen voor veilige schuilplekken en voor nestplekken, zodat de dieren niet op minder evidente plekken (zoals op afvalhopen of in afgesloten garages) hun heil moeten gaan zoeken of hun jongen moeten grootbrengen.
Ook een tuin met wat verwilderde of verruigde plaatsen, waar het gras niet of veel minder gemaaid wordt en waar ook de randen van het gazon wat ‘wilder’ mogen, scoren hoog op het voorkeurslijstje van de egel.
Kortom, wees gerust wat luier in je tuin.
De egel zal je dankbaar zijn.
Ook het plaatsen van een egelhuisje in je tuin wordt door een egel bijzonder gewaardeerd.
Woon je wat meer landelijk?
© Natuurpunt
Dan kan je door het aanplanten van houtkanten en heggen, door het aanleggen van akkerranden en door minder grondwerkzaamheden (zoals ploegen) de egels heel wat vooruit helpen.
De diertjes vinden op die manier niet alleen meer beschutting, maar ook meer voedsel.
Ook het gebruik van kleinere landbouwpercelen en het behoud van braakliggende of verwilderde percelen (met struikgewas en dood hout) bieden veel soelaas voor de egel.
Heb je een vijver?
Zorg dan voor een loopplankje of trapje zodat een egel die in het water sukkelde, terug uit het water kan klauteren.
Zonder trapje of plankje sterft een egel door onderkoeling, verdrinking of uitputting.
Ook keldergaten en putten kan je maar beter goed afsluiten: egels die op zoek zijn naar voedsel of een verblijfplaats durven er al eens in te sukkelen.
© Peter Shaw
Laat niets rondslingeren in je tuin waarin egels verstrikt kunnen raken.
Dat geldt bijvoorbeeld voor gaas- of prikkeldraad en netten die je (fruit)struiken beschermen. Gebruik je netten in de tuin, zorg er dan voor dat ze goed opgespannen staan of dat ze iets van de grond afstaan zodat een egel niet kan blijven haperen of verstrikt geraakt.
Laat geen afval slingeren in de tuin want het gevaar zit voor egels soms in een klein hoekje.
Een bekend voorbeeld is de McFlurry-egel, de onfortuinlijke egel die zich te goed wou doen aan ijs maar nadien klem kwam te zitten in de beker.
Zorg voor voldoende en goed voedsel
Kies voor planten van hier als je je tuin aanplant.
Inheemse planten zijn goed aangepast aan onze bodem en klimaat en trekken ook een hoop meer kleine diertjes aan dan hun exotische tegenhangers.
Slakken, spinnen, wormen, kevers, rupsen, kikkers en muizen gebruiken inheemse planten voor voedsel of als verstopplaats.
En hoe meer kleine diertjes er zijn, hoe meer een egel zich in zijn sas zal voelen in jouw tuin. Egels houden bovendien ook van bodembedekkers.
Ze kunnen er schuilen en vinden er ook heel wat voedsel.
© Natuurpunt
Je tuin aanleggen met de juiste planten is dus een win-win: een egel vindt er voedsel en schuilplaatsen en in ruil verorbert hij rupsen, slakken en maden zodat jij niet langer verdelgers moet aanschaffen.
Een egel verliest ongeveer een kwart van zijn gewicht net voor de winterslaap.
Dat betekent dat hij in het najaar alle zeilen moet bijzetten om voldoende vetreserves op te bouwen en om de winter door te komen.
Je kan hem in die periode daarbij helpen door extra voedsel aan te bieden: speciaal egelvoer dat je kan kopen in tuincentra, gedroogde meelwormen, muesli, pindakaas, fruit, … Leg het voer in een egelhuis of onder een kistje.
Op die manier zorg je ervoor dat katten en honden niet bij het voer kunnen.
Wil je de egel drinken geven, zorg dan voor water in een laag schaaltje, vooral in droge periodes.
Geef zeker geen melk.
Daar krijgt een egel diarree van: hij kan de lactose in de melk niet verteren en kan erg ziek worden of sterven van uitdroging.
Zorg dat een egel veilig ‘van hier naar daar’ geraakt
Een egel slaapt overdag op een beschutte plaats en legt per nacht al snel twee tot drie kilometer af op zoek naar voedsel of een partner.
Dat betekent dat er nogal wat variatie in het leefgebied nodig is: een veilige schuilplaats, twee tot drie kilometer aan groene zones met veilige verbindingen, zones met voldoende voedselaanbod, een plaats met water om te drinken, …
En net daar knelt het schoentje want een egel komt nogal wat obstakels tegen op zijn pad, zeker met de lintbebouwing die Vlaanderen kenmerkt.
Kunstmatige omheiningen in onze tuinen zijn voor een egel frustrerend: ze functioneren als heuse barrières.
Kies, indien mogelijk, voor een haag- of houtkant om je tuin te omheinen: de egel kan eronderdoor en kan zo zijn nachtelijke tocht verderzetten.
© Natuurpunt
Wil je toch liever een kunstmatige omheining?
Zorg dan voor een egelpoortje onderaan de schutting: een vuistgrote opening (14 bij 14 cm) volstaat om een egel door te laten.
Doen je buren mee?
Dan creëer je samen een heuse egelwegel: de egel kan zich nu een pad banen door de diverse tuinen dankzij de egelpoortjes of natuurlijke omheiningen.
© Diemer Vercayie
Samen sterk voor het behoud van de egel
Veilige schuilplaatsen, goed en voldoende voedsel en veilige verbindingen tussen diverse habitats: dat is wat de Vlaamse egels vooruit helpt.
Deze drie vereisten maken niet alleen een normale levenscyclus mogelijk voor individuele dieren, maar ook op populatieniveau.
Openbare besturen kunnen heel wat betekenen, maar ook burgers (goed voor bijna 10 % tuinoppervlakte in Vlaanderen) kunnen zeker hun steentje bijdragen.
De egel in GroenRand?
Dat hoeft, met de nodige inspanningen, echt geen stekelige kwestie te blijven…
Filmpje: https://fb.watch/rbIcl3lwQM/
Bron: eigen redactie + INBO + Natuurpunt
Geen opmerkingen:
Een reactie posten