dinsdag 29 april 2025

Vandaag kunnen we genieten van beelden van het oranjetipje, vastgelegd door Els De Backer

Elke week selecteert GroenRand de mooiste foto's van bestuivers. Vandaag kunnen we genieten van beelden van het oranjetipje, vastgelegd door Els De Backer


Als de lente kriebelt, dan is er de jaarlijkse traditie om op zoek te gaan naar oranjetipjes.
Vorige week in de Maatjes observeerde Els de Backer hoe een oranjetipje zich opwarmde in de zon en voorzichtig zijn vleugeltjes opende.
Ze legde dit vast in prachtige beelden.

Na een lange speurtocht had Els de slaapplaats van een mannelijk oranjetipje gevonden.
De dag was grijs en mistig begonnen, de ochtenddauw zorgde er voor dat de vlinders nog niet kunnen vliegen.

Toen kwam de zon er toch door, en verwarmde de pinksterbloem met het vlindertje.
Het duurde nog een hele tijd, tot de vleugeltjes stilletjesaan openkwamen.
Wat een prachtig schouwspel! Els kon er een hele reeks foto’s van maken.

Oranjetipjes vormen de opvallende verschijning binnen de witjesfamilie. Terwijl andere familieleden vaak lastig van elkaar te onderscheiden zijn, beschikken de mannetjes over een kenmerkende eigenschap: feloranje vleugelpunten. Dit geldt echter niet voor de vrouwtjes, aangezien zij het oranje op hun vleugels missen. Ze zijn wit aan de bovenzijde met een zwarte vleugelpunt, net als de koolwitjes.

Tijdens het vliegen zijn ze bijna niet van elkaar te onderscheiden.
Maar zodra ze stilzitten met hun vleugels omhoog, komt de schitterende olijfgroene tekening op de onderzijde tevoorschijn.
De bijnaam van deze vlinder, peterselievlinder is afgeleid van deze onderzijden.

Het oranjetipje produceert jaarlijks slechts één enkele nieuwe generatie. In het GroenRand-projectgebied kunnen volwassen vlinders worden waargenomen begin april tot begin juni Tijdens het paren hangen de vrouwtjes doorgaans zo’n twintig minuten onder de mannetjes.


In mei en juni plaatsen zij hun witte eieren zorgvuldig aan de basis van bloemknoppen, op planten die volop in de zon staan maar toch enige beschutting bieden.   Na het leggen van de eitjes verspreiden ze feromonen om andere vrouwtjes duidelijk te maken: "Sorry, deze plant is al bezet."

Geleidelijk aan verkleuren de eieren tot ze uiteindelijk een oranje tint krijgen. Als ze uitkomen – ongeveer een week later – voeden de rupsen zich met de bloemknoppen van de planten waarop ze leven, vervolgens met de vruchten die zich aan de plant vormen en ten slotte met de bladeren.

Wanneer je de wetenschappelijke naam van het oranjetipje kent, is het eenvoudig te concluderen dat een van de waardplanten van deze vlinder de pinksterbloem, ofwel Cardamine pratensis, is. De rupsen, evenals de imago’s of vlinders die nectar verzamelen, zijn gespecialiseerd in kruisbloemigen.

Ze geven de voorkeur aan de pinksterbloem, gewone steenraket, look-zonder-look, zwarte mosterd, herderstasje, barbarakruid en ruige scheefkelk. Deze sierlijk gekleurde vlinder is een ware lust voor het oog en wordt vaak gezien als symbool van de lente, aangezien het oranjetipje elk jaar opnieuw een van de eerste vlinders is waarvan je de prachtige vleugels kunt bewonderen.




Geen opmerkingen:

Een reactie posten