Minister Brouns ziet geen reden om de bestrijding van kraaiachtigen bij te sturen
Grote vogels, zoals kraaiachtigen, weten zich uitstekend aan te passen aan onze verstedelijking en profiteren daar van. Verstedelijking zorgt voor voedsel, minder predatie en hoger broedsucces. Met andere woorden, kraaiachtigen passen zich gemakkelijk aan de mens aan. Dit zorgt ervoor dat er interactie mogelijk is tussen mensen en kraaiachtigen. Dit maakt ze echter niet altijd even geliefd en veroorzaakt soms conflicten. N-VA-politica Sanne Van Looy heeft gisteren in de commissie Leefmilieu in het Vlaams parlement aan Vlaams minister Jo Brouns enkele vragen gesteld over populatie kraaiachtigen. Van Looy wilde van de minister weten of deze populatie daadwerkelijk onder druk staat en of de Vlaamse aanpak van kraaiachtigen in strijd is met de Vogelrichtlijn en het Soortenbesluit. Daarnaast vroeg ze zich af of de bestrijding van kraaiachtigen daadwerkelijk bescherming biedt aan landbouwgewassen.
Naar aanleiding van de verkiezing van Vogel van het Jaar 2025 berichtte De Standaard dat er jaarlijks meer dan 200.000 kraaiachtigen worden gedood in Vlaanderen. Voor vogelbescherming Vlaanderen, de initiatiefnemer van de vogelverkiezing, was dit reden genoeg om vier soorten kraaiachtigen te nomineren voor deze wedstrijd: de zwarte kraai, de kauw, de ekster en de roek. Roek
Beschermde soort: voor- en nadelen
De zwarte kraai, de kauw, de gaai, de roek en de ekster hebben geen al te beste reputatie in Vlaanderen.
Vooral in de landbouw worden kraaiachtigen vaak beschouwd als schadeveroorzakers, omdat ze bijvoorbeeld pas ontkiemde zaad opeten.
Kraaien hebben echter ook een ecologisch nut als aaseters.
Ze houden de straten schoon en eten de insecten op die wij liever kwijt dan rijk zijn.
De kraaiachtigen behoren tot de beschermde diersoorten.
Tot 2019 verliep de bestrijding via een meldingssysteem.
Sindsdien moet er, om betere bescherming te waarborgen, een afwijking van het Soortenbesluit worden aangevraagd bij het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) voordat men mag overgaan tot het bestrijden van kraaiachtigen.
Elk jaar worden in Vlaanderen meer dan 200.000 kraaien, kauwen en eksters gedood
De Standaard merkte op 12 december vorig jaar op dat dit een opmerkelijk cijfer is.
Specifiek ging het om 97.485 kraaien, 63.784 kauwen en 42.459 eksters.
Volgens Vogelbescherming Vlaanderen is dit ongeveer 80 procent van de kraaienpopulatie.
De organisatie roept dan ook op tot het nemen van aanvullende beschermingsmaatregelen.
Interessant is ook het advies van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) over de staat van instandhouding en het afschot van kraaiachtigen en de spreeuw.
Als je van kraaien af wilt, moet je eerst proberen ze te verjagen met preventieve maatregelen zoals vogelverschrikkers, vlaggen, ballonnen, poppen of geluidskanonnen.
Pas wanneer men kan aantonen dat deze preventieve maatregelen, zoals beschreven in de code van goede praktijk, niet effectief zijn, kan men overgaan tot het bestrijden van de vogels.
Het doel hiervan is om de schade te beperken die door deze beschermde soorten wordt toegebracht, voornamelijk aan professioneel geteelde gewassen en wilde flora en fauna.
Bestrijdingsactiviteiten kunnen onder meer worden uitgevoerd met vuurwapens, trechtervallen of larsenkooien.
Bestrijding is de uitzondering, niet de regel
Minister Brouns plaatste meteen een kritische noot bij de cijfers die De Standaard publiceerde omdat deze helemaal niet stroken met de wetenschappelijke bevindingen van INBO. Daaruit blijkt immers dat de kauwenpopulatie in Vlaanderen stijgt, de kraaienpopulatie stabiel blijft en de eksterpopulatie slechts licht achteruitgaat. “Wanneer je jaarlijks meer dan 80 procent van de populatie zou doden, dan lijkt het mij sterk dat je van een stabiele populatie kan spreken”, reageerde Brouns.
EksterHij verwees ook naar cijfers van BirdLife International waaruit blijkt dat België na het Verenigd Konink de hoogste dichtheid aan zwarte kraaien telt in Europa. De minister erkende wel dat er vandaag weinig precieze populatiegegevens beschikbaar zijn, maar dat er volgens INBO geen reden is tot ongerustheid over de goede staat van instandhouding. Minister Brouns ziet geen reden om de huidige Vlaamse wetgeving aan te passen, omdat deze voldoende flexibiliteit biedt om verstandig en pragmatisch om te gaan met kraaiachtigen.
De grootste zangvogel die algemeen voorkomt in de Benelux is de 45 tot 50 cm lange zwarte kraai (Corvus corone).Deze zwarte vogel, soms met groene glans vormt zoals de meeste kraaiachtigen een paartje voor het leven.Toch leven ze meer solitair dan kauwen, intelligent als ze zijn passen ze zich makkelijk aan aan verschillende omstandigheden en leven ze graag zij aan zij met de mens. www.tuinadvies.be |
Geen opmerkingen:
Een reactie posten