Recordaantal meldingen van dode of gewonde dieren op de weg
In de eerste helft van dit jaar is een recordaantal meldingen gemaakt van dode of gewonde dieren op de weg.
Via het project 'Dieren onder wielen' zijn tot begin deze maand al 10.659 meldingen binnengekomen, een stijging ten opzichte van de 9.000 in dezelfde periode vorig jaar en 7.425 in 2022.
Reptielen worden het vaakst gemeld.
In de eerste zes maanden van dit jaar waren er 6.888 slachtoffers onder reptielen en amfibieën, 2.877 onder zoogdieren en 894 onder vogels.
© Els De Backer
Vlaanderen kent binnen Europa een van de hoogste bevolkingsdichtheden, een hoge mate van bedrijvigheid en het op één na dichtste wegennetwerk. Deze versnippering leidt tot fragmentatie van habitats voor verschillende diersoorten. Het is een nalatenschap uit het verleden die we kunnen omkeren met doelgerichte acties. Daarom is er een dringende behoefte aan de realisatie van natuurverbindingen tussen habitats. Stel je voor dat je als wild dier door Vlaanderen moet bewegen, dat het dichtste wegennet van heel Europa heeft.
Voorbijrazende auto's en vrachtwagens veroorzaken vaak nervositeit bij dieren.
Deze stress leidt tot snelle en impulsieve beslissingen, die fatale gevolgen kunnen hebben.
© Els De Backer
Maatregelen treffen om het aantal slachtoffers bij dieren te verminderen
Er zijn nochtans verschillende effectieve maatregelen die de fragmentatie van hun leefgebied kunnen verminderen en het aantal slachtoffers aanzienlijk kunnen verlagen.
Sommige van deze maatregelen zijn complex en duur, en vereisen veel tijd.
Er zijn echter ook andere maatregelen die minder kosten en gemakkelijk te implementeren zijn.
Complexe maatregelen om uitgestrekte gebieden te verbinden omvatten onder andere de aanleg van ecoducten, ecotunnels en ecoduikers.
Bestaande bruggen of tunnels kunnen soms worden aangepast voor dit doel, terwijl in andere gevallen volledig nieuwe constructies worden opgericht.
De realisatie hiervan verloopt in Vlaanderen echter vrij traag.
Sommige van deze maatregelen zijn complex en duur, en vereisen veel tijd.
Er zijn echter ook andere maatregelen die minder kosten en gemakkelijk te implementeren zijn.
Complexe maatregelen om uitgestrekte gebieden te verbinden omvatten onder andere de aanleg van ecoducten, ecotunnels en ecoduikers.
Bestaande bruggen of tunnels kunnen soms worden aangepast voor dit doel, terwijl in andere gevallen volledig nieuwe constructies worden opgericht.
De realisatie hiervan verloopt in Vlaanderen echter vrij traag.
© Els De Backer
Vlaams Actieprogramma Ecologische Ontsnippering moet meer middelen krijgen
De uitvoering van VAPEO (Vlaams Actieprogramma Ecologische Ontsnippering) heeft tussen 2023 en 2024 aanzienlijke vooruitgang geboekt.
Er is echter nog steeds veel werk aan de winkel om de ecologische ontsnippering in Vlaanderen te voltooien.
Daarom pleit GroenRand voor de toekenning van extra financiële middelen in het Regeerakkoord voor de periode 2024-2029.
Een gestructureerde, programmatische aanpak, vergelijkbaar met die in sommige buurlanden, dient in Vlaanderen verder en intensiever ontwikkeld te worden.
Om de vergelijking met buurlanden te doorstaan, is het essentieel om de inspanningen voor ontsnippering te verhogen.
Er is echter nog steeds veel werk aan de winkel om de ecologische ontsnippering in Vlaanderen te voltooien.
Daarom pleit GroenRand voor de toekenning van extra financiële middelen in het Regeerakkoord voor de periode 2024-2029.
Een gestructureerde, programmatische aanpak, vergelijkbaar met die in sommige buurlanden, dient in Vlaanderen verder en intensiever ontwikkeld te worden.
Om de vergelijking met buurlanden te doorstaan, is het essentieel om de inspanningen voor ontsnippering te verhogen.
© Els De Backer
De Vlaamse regering spant zich in voor een meer natuurgerichte bosbouw en streeft naar het herstel van de waterhuishouding
Het is eveneens essentieel om meer natuurlijke corridors te creëren die specifiek voor wilde dieren zijn ontworpen.
Dieren en planten zijn vaak geïsoleerd in de laatste stukjes geschikte natuur en hebben verbindingen nodig om zich te verplaatsen op zoek naar onderdak, voedsel en soortgenoten.
De Vlaamse regering streeft naar een meer natuurgerichte bosbouw en zet zich in voor het behoud of herstel van de waterhuishouding door verbetering van de waterkwaliteit en -kwantiteit, alsook de structuur van waterlopen en oevers.
Waterwegen zijn essentieel als verbindingszones tussen natuurgebieden. Ze fungeren als migratieroutes voor onder andere zoogdieren, vogels en vissen. Maar dit vereist zuiver water.
Tussen 2010 en 2024 is het aantal vervuilende stoffen dat in de waterlopen terechtkwam, gestaag afgenomen.
Waterwegen zijn essentieel als verbindingszones tussen natuurgebieden. Ze fungeren als migratieroutes voor onder andere zoogdieren, vogels en vissen. Maar dit vereist zuiver water.
Tussen 2010 en 2024 is het aantal vervuilende stoffen dat in de waterlopen terechtkwam, gestaag afgenomen.
Dit heeft geleid tot een zichtbare verbetering van de kwaliteit van de Vlaamse waterlopen, waardoor fauna en flora meer ontwikkelingskansen hebben gekregen.
De waterkwaliteit hangt tevens af van de lozingen (netto-emissies) die erin terechtkomen.
Er is een duidelijke daling in de totale netto-emissies van zuurstofbindende stoffen en nutriënten (stikstof en fosfor).
De huishoudelijke netto-emissies zijn verminderd door de voortdurende uitbreiding en verbetering van de openbare waterzuivering.
De verbetering van de waterloopstructuur en aandacht voor natuurlijke overstromingen zullen een positief effect hebben op de bescherming tegen wateroverlast en op de infiltratiegebieden van het grondwater.
Landbouw kan de basis leggen voor specifieke natuurwaarden
Een ander doel is het herstel van het microreliëf en de landschapsstructuur.
Vele planten en dieren zijn afhankelijk van het landschap.
Akkervogels, bijvoorbeeld, zijn voor hun overleving afhankelijk van landbouw.
Ze zoeken hun voedsel op de velden, maar de schaalvergroting bedreigt hun broedplaatsen in houtwallen en struikgewas.
© Dorothea Schulz
GroenRand streeft ernaar om landbouw, natuur- en landschapsbehoud te verenigen.
Natuurverbindingen, vaak lijn- of strookvormig, bestaan uit een reeks kleine landschapselementen zoals houtkanten, hagen, beken en poelen.
Dieren- en plantensoorten zijn niet gebonden aan abstracte grenzen.
Ze vereisen corridors en geschikte habitats tussen natuurkerngebieden om te kunnen overleven.
GroenRand richt zich op het volledige landschap, met inbegrip van zowel de kernnatuurgebieden als de aangrenzende gebieden.
Een netwerk dat kernnatuurgebieden met omliggende gebieden verbindt tot een coherent geheel, zorgt ervoor dat deze natuurkernen geen geïsoleerde 'eilanden' vormen.
Deze verbindingen en stapstenen moeten effectief, voordelig en functioneel zijn voor onze soorten.
Verschillende soorten stellen uiteenlopende eisen aan hun habitat.
Het tekenen van lijnen of pijlen op een kaart is niet voldoende.
We moeten door de ogen van het dier kijken en vanuit een wetenschappelijk kader inzetten op wat soorten daadwerkelijk nodig hebben om te leven, zich te verplaatsen, te foerageren en te paren.
© Els De Backer
Door klimaatverandering verplaatsen soorten zich op grote schaal van het zuiden naar het noorden omdat het daar letterlijk 'te heet onder de voeten' wordt.
Natuurcorridors zijn cruciaal om deze migratie te faciliteren.
Zonder deze corridors stuiten de soorten op onoverkomelijke hindernissen.
Samenwerking met landbouwers is essentieel om nieuwe, duurzame verdienmodellen te ontwikkelen.
Boeren zouden financieel beter gecompenseerd moeten worden voor hun bijdrage aan maatschappelijke diensten, zoals het aanleggen en onderhouden van ecologische verbindingszones.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten