maandag 15 juli 2024

GroenRand maakt tussentijdse evaluatie - doelstellingen 2024 - 2029

GroenRand maakt tussentijdse evaluatie - doelstellingen 2024 - 2029

Wie zijn we en wat doen we?
De toekomstbeelden die we voorstellen, zijn de apotheose van het 8-jarig bestaan van GroenRand en tonen onze ambitie voor natuur.
Die ambitie ligt hoog en dat is nodig.
Want na 8 jaar keihard werken blijkt de biodiversiteit in het GroenRand-projectgebied nog steeds bedreigd, blijven de milieudrukken te hoog om gezonde ecosystemen te hebben.
De toekomstbeelden 2024 - 2029 zijn het inhoudelijk kompas voor onze werking.
We zullen deze ook gebruiken om in gesprek te gaan met andere actoren die impact hebben op biodiversiteit, milieu en open ruimte.
We verenigen iedereen die lokaal of bovenlokaal engagement wil opnemen voor onze Voorkempense natuur, ongeacht afkomst of politieke voorkeur.
Met een krachtige lokale beleidswerking zorgen we ervoor dat de natuur een centrale plaats krijgt in de besluitvorming.
We gaan bijvoorbeeld in gesprek met actoren die het huidig Regeerakkoord onderhandelen en impact hebben op biodiversiteit, milieu en open ruimte.
GroenRand wil een stem geven aan de natuur, want natuur kan zichzelf niet verdedigen in het publieke debat en niet wegen op de politieke besluitvorming.
Tegelijkertijd willen we daarmee bij de bevolking de bewustwording van de urgentie verhogen en hen aansporen tot handelen.

We gaan voor ‘nature based solutions’ voor de klimaatverandering.
Hoe meer en hoe robuuster die natuur, des te beter de gevolgen kunnen gemilderd en opgevangen worden.

Op de uitreiking van de Groene Duim kondigde Dirk Weyler zijn afscheid aan als coördinator. Om versnippering tegen te gaan is er ondertussen een platform gecreëerd met Red de Voorkempen, GruunRant, Groenrand en Greenplease (geen fusie). De coördinatie van dit platform zit bij Pascal Mallien.
Hij is gerenommeerd advocaat in milieurecht.
Coördinator Pascal Mallien

Hydrologische Antitankgracht-evaluatie nodig
GroenRand pleit voor een landschapecologische aanpak en het idee van ecologische netwerken. Versnippering en kwaliteitsverlies van natuurlijke habitats kunnen leiden tot problemen voor veel soorten die aandacht behoeven.
Fragmentatie creëert kleine, genetisch verarmde populaties en verhoogde inteelt.
We hebben er nooit een geheim van gemaakt dat we het Klein en Groot Schietveld, de Kalmthoutse Heide en aanleunende natuur- en bosgebieden met elkaar wensen te verbinden tot één robuust netwerk.
De Antitankgracht heeft daarbij een belangrijke potentie om een verbindende structuur te vormen voor deze drie grote heidecomplexen.
Maar dan is er een hydrologische Antitankgracht-evaluatie nodig rond de stuwen, waterpeil, duikers, overstorten, bijpassen, aanleg van bufferbekkens en het wegwerken van lozingspunten.
Wat ons stoort is de geslotenheid hieromtrent van de Vlaamse Milieumaatschappij terwijl de burger recht heeft op informatie.
We verwijzen hierbij naar het Vlaams Bestuursdecreet dat recht heeft op Openbaarheid van bestuur.
Er werd daarom een officieel verzoek ingediend om inzage te krijgen.
We trachten dit te combineren met een uitnodiging tot een voorafgaand gesprek.
                          Dirk Weyler stopt als coördinator van GroenRand, Pascal Mallien neemt de fakkel over
Nationaal park hoog op de agenda
Om de verbinding tussen deze drie heidegebieden te realiseren, blijft een Nationale park Kalmthoutse Heide hoog op onze agenda staan.
Echter, toen de erkenning nabij was, trokken sommige gemeenten zich plots terug.
Volgens de gemeentebesturen was het onmogelijk om in korte tijdspanne draagvlak te creëren bij alle besturen, privé-eigenaren en landbouwers. De gemeentebesturen wilden daarom de huidige samenwerking met buurgemeenten, landbouwers, privé-eigenaren en natuurbeheerders verder versterken. Wel is er onder de Grensparkpartners een sterke eensgezindheid over de inhoud van het Masterplan en het Operationeel Plan die een belangrijke basis vormt voor toekomstige samenwerkingen.
De vraag blijft echter wat er ondertussen is gebeurd om dit draagvlak te vergroten en welke stappen de gemeentebesturen hiervoor hebben ondernomen. Intussen missen we miljoenen euro's aan subsidies om de natuur te versterken en te herstellen.
Daarom rijpen er plannen om een open brief op te stellen gericht aan de betrokken gemeentebesturen.
Door te luisteren, ideeën en belangen uit te wisselen en gezamenlijke uitdagingen als kansen te zien, kan elk lid van het partnerschap vooruitgang boeken en gezamenlijk bijdragen aan de doelstellingen van de natuurherstelwet.
Nationale parken zijn grote, geografisch afgebakende gebieden met uitzonderlijke natuurwaarde en internationale uitstraling.
Dankzij de officiële erkenning krijgen de parken middelen om natuurgebieden te versterken en met elkaar te verbinden.
Dit is goed nieuws voor de planten en dieren die er leven, omdat zij zo meer ademruimte krijgen.

Derde parktype: Regionale klimaatparken
Volgens de internationale unie voor natuurbescherming (IUCN) is duizend hectare voldoende voor een Nationaal park.
Zo heeft Nederland 21 Nationale Parken. Vlaanderen is dus strenger (10.000 ha), maar de oppervlakte van duizend hectare ligt onder vuur. Experts toonden al aan dat een groter gebied nodig is voor een goede biodiversiteit.
GroenRand wil daarom absoluut niet dat de huidige oppervlaktecriteria voor Nationale parken naar beneden bijgesteld worden.
Dat holt het kwaliteitslabel van die parken alleen maar uit.
Maar veel indieners halen de tienduizend hectare niet.
Onze natuurvereniging blijft pleiten voor gesubsidieerde Regionaal Klimaatparken van minimum drieduizend hectare.

Meer middelen voor ontsnippering en natuurherstel
Het beheer van Vlaamse parken richt zich op duurzame bescherming en ontwikkeling van landschapsecologische processen en de bijbehorende ecosystemen, habitats en soorten.
Zo toont de gebiedscoalitie de ambitie voor natuurbescherming en -herstel.
Hoe meer de natuur verbonden is, hoe waardevoller ze wordt.
Ontsnippering is dan ook een belangrijke pijler binnen het traject naar een Nationaal park.
Voor Natura 2000-soorten moeten tussenliggende knelpunten worden aangepakt.
Een globaal visie- en actieplan voor ecologische verbindingen tussen reeds beschermde deelgebieden is noodzakelijk.
Het Soortenbeschermingsplan Otter biedt een gedetailleerde aanzet voor zo'n plan.
Barrières zoals (spoor)wegen en bruggen moeten worden uitgerust met ecoducten en ecotunnels, waar de dieren via ecofences naartoe worden geleid.
Het otterprogramma identificeert knelpunten en verbeteringsmogelijkheden en geeft aan welke barrières prioritair moeten worden aangepakt.
Hoewel de focus op de otter ligt, zijn de knelpunten ook relevant voor veel andere diersoorten.
                                                                                                        Otter (Lutra lutra) © ​Yves Adams

Wat betreft ontsnippering is er in Vlaanderen al veel voorbereidend werk verricht.
Er zijn tal van ontsnipperingsstudies uitgevoerd en voor veel snelwegen is onderzocht waar knelpunten en kansen liggen.
Door initiatieven zoals het Vlaams Ecologisch Netwerk (VEN) en het Integraal Verwevings- en Ondersteunend Netwerk (IVON) is bekend waar de belangrijke groene verbindingsstructuren in Vlaanderen zijn of zouden moeten komen. 
Daarnaast heeft VITO een modelmatige ontsnipperingstool ontwikkeld.
Er is ook veel informatie beschikbaar van Natuurpunt, zoals gegevens over dieren die slachtoffer worden van het verkeer.
Kortom, de meeste informatie is er al.
Het is nu tijd om dit om te zetten in concrete plannen met een duidelijke timing en budget.
Daarom moet het Vlaams Actieprogramma Ecologische Ontsnippering (VAPEO) voldoende middelen krijgen om deze knelpunten aan te pakken.
Een structureel georganiseerde, programmatische aanpak, zoals die ook in sommige buurlanden bestaat (bijvoorbeeld het Meerjarenprogramma Ontsnippering in Nederland), moet in Vlaanderen verder en vooral intensiever worden uitgewerkt.
Om de vergelijking met de buurlanden te doorstaan, is het noodzakelijk om de inspanningen voor ontsnippering op te drijven.
De barrières voor specifieke soorten (zoals de otter, boommarter en bever) moeten worden weggewerkt.
Meer aandacht voor high diversity landscape features
Naast ontsnipperingsmaatregelen zijn natuurlijke elementen zoals houtkanten, bomenrijen, oevers van waterlopen en kleine bosjes belangrijk.
                                                                                                                       © Senne Verschraegen

Deze zogenaamde 'kleine landschapselementen' of 'groene infrastructuur' vormen veilige routes voor dieren door het landschap.
Het is essentieel dat ontsnipperingsmaatregelen hierop aansluiten.
Landbouwgebieden zouden dus verrijkt moeten worden met zogenaamde high diversity landscape features, zoals hagen en bomenrijen die de bodem bijeenhouden, erosie tegengaan en natuurgebieden verbinden.
Deze elementen vormen landelijke verbindingen tussen grotere bos- en natuurgebieden, die onmisbaar zijn voor dieren en planten.
Verbinding van de Schietvelden is voor GroenRand een hoge prioriteit
De Schietvelden, bestaande uit het Klein en Groot Schietveld, zijn belangrijke natuurgebieden binnen het Natura 2000-netwerk.
Ze bevatten zeldzame habitats die cruciaal zijn voor de instandhouding van diverse soorten.
De verkeersinfrastructuren, woongebieden, recreatiegebieden, industriegebieden en andere vormen van bos en natuur scheiden deze gebieden momenteel van elkaar.
Het 
onderzoek Hesselteer heeft prioritaire acties geïdentificeerd vanwege de urgentie om deze gebieden beter te verbinden.
Dit is onderdeel van het complex project Nieuwe Rand, specifiek het gebiedsprogramma 'Klimaatgordel'.
Helaas is er momenteel geen budget beschikbaar voor de ontwikkeling van deze 
ecologische verbindingen.
Het kabinet van minister Demir had eerder voorgesteld om een gebiedsfonds op te richten om snelle en strategische aankopen te realiseren, maar er is sindsdien geen verdere actie ondernomen.
Het is belangrijk om dit idee opnieuw te activeren en werk te maken van de verbinding tussen het Groot- en Klein Schietveld, vooral in het gebied rond Bredabaan/Essensteenweg.

Topnatuur verder ontwikkelen en aandacht geven voor kwetsbare soorten
Het GroenRand-projectgebied omvat belangrijke Natura 2000-gebieden, die door Europa erkend zijn als topnatuur.
Deze gebieden moeten, samen met de aanleunende natuur- en bosgebieden, verder ontwikkeld en hersteld worden om hun ecologische waarde te behouden en te versterken.
Extra maatregelen moeten genomen worden om kwetsbare soorten en hun leefgebieden te beschermen, zodat ze ook in de toekomst behouden blijven.

De komst van toppredatoren zoals de beverotter en boommarter naar de GroenRand-gebieden is goed nieuws voor onze natuur.
Dit is het resultaat van jarenlange samenwerking om onze natuurgebieden te vergroten en met elkaar te verbinden.  

Dankzij deze inspanningen voelen deze veeleisende soorten zich hier thuis.
Maar deze inspanningen moeten verder worden gezet.
Quick wins en acties voor middellange termijn rond ontsnippering moeten concreet uitgewerkt worden (plan otter – Michiels / achtergrondrapport-SBP-otter).
De otter is tuk op proper water
Actueel worden de nodige stappen gezet om een Interregproject (Nederland - Vlaanderen) rond de otter op te starten.
Via dit project zal INBO ook het polluentenvraagstuk aanpakken.
De ontwikkeling van een duurzame otterpopulatie in Vlaanderen wordt sterk beïnvloed door zowel de kwantiteit (aantal vis) als de kwaliteit van de visbestanden.
Hoge concentraties van toxische polluenten in vis maken het onmogelijk om een leefbare otterpopulatie te ondersteunen. Specifieke grenswaarden voor bepaalde polluenten in prooivis zijn vastgesteld om de normale reproductie van otters te waarborgen. Een rijke visstand met een zo laag mogelijke belasting van micropolluenten is essentieel voor het succes van otters in een gebied. Historische gegevens over de vervuiling van vis in de Antitankgracht, daterend van vóór de slibruimingen in 2000, toonden aan dat de gehaltes van kwik en PCB's in paling te hoog waren om een leefbare otterpopulatie te ondersteunen. Ondertussen is er een dalende trend waargenomen in de concentraties van sommige polluenten, waaronder PCB's, mede door herhaalde slibruimingen. Het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) onderzoekt momenteel de huidige toestand van deze polluenten.
                                                                                                                                                          © Provincie Antwerpen 
Via projectfiches komen tot concrete acties 

GroenRand en partners hebben het departement Omgeving ertoe bewogen een projectenportfolio op te stellen voor de realisatie van de klimaatgordel.
Projectfiches identificeren knelpunten en kansen, brengen concrete acties in kaart en maken een kosteninschatting.
GroenRand richt zich op het ontsnipperen, het openen van gedempte delen en de waterkwaliteit van de Antitankgracht en de kruisende beken.
Het is wenselijk dat de Antitankgracht op bepaalde plaatsen terug open wordt gemaakt omdat deze demping de continuïteit van de lineaire elementen doorbreekt en een ecologische barrière vormt.
Als alles volgens plan verloopt, begint de Nieuwe Rand na de zomer met deze taak en wordt er een studiebureau aangesteld.
Het doel van de projectenportfolio is om via projectfiches concrete acties te visualiseren en de financiële kosten te schatten.

GroenRand wenst onderstaande vier items in deze projectfiches te vermelden :

- Prioritaire knelpunten rond het soortenbeschermingsprogramma otter: de acties situeren zich voornamelijk in het wegwerken van prioritaire verkeersknelpunten (ontsnippering), herstel van potentieel leefgebied, het voorzien van voldoende stapstenen, schuil- en foerageerplaatsen.
-  H
ydrologische Antitankgracht-knelpunten: de stuwen, waterpeil, duikers, overstorten, bijpassen, aanleg van bufferbekkens en het wegwerken van lozingspunten
- Het openen van gedempte delen (Sint-Job en Schildestrand)
- Prioritaire acties om de Schietvelden te verbinden (uitvoeren van adviezen van studie Hesselteer)


De natuur(klimaat)gordel, waarvan de Antitankgracht de drager is, wordt als bijzondere troef naar voren geschoven.
Dit bijzonder waardevolle complex van grensoverschrijdende natuur heeft ook een belangrijke rol te spelen in het internationale natuurnetwerk.
Door haar ligging nabij grenzen zoals de zand-klei overgang en de waterscheiding, biedt dit natuurcomplex kansen om verschillende soorten natuur met elkaar te verbinden: van Brasschaat/Schoten in het zuiden tot Bergen op Zoom in het noorden en tussen Maas- en Scheldebekken.

Droom aan diggelen


Deze belangrijke rol en bovenstaande doelstellingen moeten ook tot uiting komen in het toekomstig Vlaams Regeerakkoord 2024-2029:

- Voldoende financiële midden voor VAPEO (Vlaams Actieprogramma Ecologische Ontsnippering): de opheffing of verminderen van de barrièrewerking van transprotinfrastructuur voor de versterking van ecologische verbindingen en daarmee de verhoging van de natuurwaarde in Vlaanderen.
Om de vergelijking met de buurlanden te doorstaan is het noodzakelijk om de inspanningen voor ontsnippering op te drijven.
Dit budget is niet enkel nodig voor de mitigerende maatregelen (inclusief geleiding), maar ook voor voorafgaande studies, het beheer (onderhoud en inspectie) en de monitoring van de maatregelen.
Naast de budgettaire bijdrage voor de realisatie van de projecten, vraagt de uitvoering van het programma ook een substantiële inzet op vlak van personeel en noodzakelijke administratieve ondersteuning.
- Een tweede oproep voor Vlaamse parken tijdens regeerperiode 2024-2029:
GroenRand wil dat er een nieuwe oproep voor kandidaat-Vlaamse Parken gelanceerd wordt.
In het Vlaamse regeerakkoord 2019-2024 van de Vlaamse Regering werd voorzien in het opzetten van een volwaardig en transversaal landschapsbeleid.
Hierbij werd de oprichting van Vlaamse Parken als doelstelling opgenomen.
Het lijkt ons aangewezen dat er in het Regeerakkoord 2024-2029 een nieuwe oproep voorzien wordt, zodat kandidaten die in het verleden uit de boot vielen, evenals alsook nieuwe kandidaten, terug kunnen deelnemen.
We zullen dringend werk moeten maken van de verbinding tussen het Groot- en Klein Schietveld in het uiterste puntje van Bredabaan/Essensteenweg (Brasschaat – studiebureaus Hesselteer). Maar er blijkt geen geld beschikbaar te zijn om cruciale gronden aan te kopen, terwijl niemand de noodzaak hiervan betwist.
Hieruit is nogmaals gebleken dat er nood is aan structurele middelen om snel te reageren op dit soort opportuniteiten. Er is nood aan de oprichting van een Vlaams gebiedsfonds voor snelle en strategische aankopen om natuurverbindingen te realiseren.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten