GroenRand blijft voorstander van een Nationaal park in de Voorkempen
Op maandag 17 juni heeft de Raad van de EU de natuurherstelwet definitief goedgekeurd, waarmee de laatste stap is gezet voor de uitvoering ervan.
De lidstaten van de EU zijn nu verantwoordelijk voor het herstel van de natuur.
Met bindende doelstellingen zal deze wet een cruciale rol spelen in het nakomen van de internationale afspraken gemaakt tijdens COP 15 in Montreal (2022), met als doel het verlies aan biodiversiteit tegen 2030 om te keren.
Vlaanderen heeft aanzienlijke vooruitgang geboekt in natuurherstel, met de uitbreiding van het Natura 2000-netwerk, aanzienlijke bosuitbreiding, de oprichting van Landschaps- en Nationale parken, en het herstel van waterrijke gebieden als onderdeel van de Blue Deal.
Dit heeft geleid tot de terugkeer van de bever en de boommarter naar de Antitankgracht en het eerste bezoek van een otter in honderden jaren.
Vlaanderen kan niet geïsoleerd werken aan natuurbehoud, dus de natuurherstelwet is een welkome ontwikkeling die zorgt voor een gezamenlijke Europese ambitie en gelijke voorwaarden.
Zoals eerder gezegd zijn er al veel positieve stappen gezet, maar er is nog veel werk te doen.
De oprichting van een Nationaal park in de Voorkempen kan hierbij een belangrijke rol spelen.
Want de natuur in de Voorkempen is helaas erg gefragmenteerd en wordt onder druk gezet door de klimaatverandering.
Een globaal visie en actieplan over de ecologische verbindingen is een noodzaak.
Aan Vlaamse zijde is een actualisatie van de provinciale natuurverbindingen nodig voor o.a. Natura 2000-soorten en Provinciaal Prioritaire Soorten.
Het Soortenbeschermingsplan Otter geeft een mooie en uitgewerkte aanzet voor dergelijk plan.
Het lijst de knelpunten en verbeteringsmogelijkheden op, en geeft aan welke knelpunten prioritair moeten worden aangepakt.
Hoewel de focus vooral op otter ligt, zijn de knelpunten ook voor tal van andere diersoorten relevant.
Naast ontsnipperingsmaatregelen vormen natuurlijke elementen zoals houtkanten, bomenrijen, oevers van waterlopen en kleine bosjes een veilige weg voor dieren door het landschap.
Dat zijn de zogenaamde ‘kleine landschapselementen’ of ‘groene infrastructuur’.
Het is belangrijk dat de ontsnipperingsmaatregelen hierop aansluiten.
De otter kan als indicator worden beschouwd voor het herstel van de natuur en symbool staan voor zuiver water.
Maar dan is er (Antitankgracht) een hydrologische evaluatie nodig rond de stuwen, waterpeil, duikers, overstorten, bijpassen, aanleg van bufferbekkens en het wegwerken van lozingspunten.
Belangrijk is ook dat er bijzondere aandacht wordt besteed aan de verbinding tussen Groot en Klein Schietveld (studiebureaus Hesselteer ).
Het Klein en Groot Schietveld zijn twee uitzonderlijk grote natuurgebieden die deel uitmaken van de groene gordel ten noorden van de stad Antwerpen. Het Klein omgeving.vlaanderen.be |
Het goede nieuws is dat we onze GroenRand-natuur kunnen helpen, bijvoorbeeld door het oprichten van een Nationaal park.
Vlaams Minister van Omgeving Zuhal Demir lanceerde op 19 april 2021 een oproep rond kandidaten voor Nationale parken Vlaanderen en Landschapsparken.
De Vlaamse overheid heeft toen, gecoördineerd door Natuur en Bos en de Vlaamse Landsmaatschappij, een beleidskader ontwikkeld.
Het toekomstig Nationaal park Kalmthoutse Heide omvat belangrijke Natura 2000-gebieden.
De natuurherstelwet dwingt ons om deze gebieden beter te beschermen, te ontwikkelen en te herstellen. Extra maatregelen zijn nodig voor de kwetsbare soorten en hun habitats om te voorkomen dat deze in de toekomst verloren gaan. Dankzij de officiële erkenning kunnen deze parken middelen ontvangen om natuurgebieden te versterken en onderling te verbinden, wat goed nieuws is voor de flora en fauna die er leven, aangezien zij hierdoor meer leefruimte krijgen.
Hoewel de groene rand rond Antwerpen vaak wordt gezien als een grote, grijze stad, beschikken we wel degelijk nog over veel natuur, en daar kunnen we trots op zijn! Er is uiteraard nog werk aan de winkel. Met dit toekomstig Nationale park hopen we dat er een interessante dynamiek gecreëerd wordt tussen de bestaande samenwerkingsverbanden binnen een regio. Echter, toen de erkenning nabij was, trokken sommige gemeenten zich plots terug, wat zeer betreurenswaardig was. Door het stikstofdossier vreesden gemeenten dat de komst van een Nationaal park nieuwe spanningen tussen natuur en landbouw zou veroorzaken. Brecht, Wuustwezel, Essen, Stabroek en zelfs Kalmthout hebben zich uitgesproken tegen de erkenning van de Kalmthoutse Heide als Nationaal park.
Het opzetten van een samenwerkingsverband over de grenzen heen biedt echter aanzienlijke voordelen. De ruimtebehoefte van de gebruikers van een landschap voor onder andere landbouw, wonen en natuur hoeft niet gepaard te gaan met conflict, maar kan opgelost worden door te zoeken naar synergie tussen deze ruimtegebruikers.
Lokale gemeenschappen en actoren nemen samen het roer in handen om het waardevolle open ruimtegebied en de topnatuur die het herbergt te beschermen, onder meer tegen de dagelijkse dreiging van verstedelijking.
De realisaties ter plaatse zullen het gevolg zijn van een aanhoudende inspanning om op voet van gelijkheid samen te werken en van elkaar te leren.
Door te luisteren, ideeën en belangen uit te wisselen en vervolgens gezamenlijke uitdagingen als kansen te zien, kan elk lid van het partnerschap vooruitgang boeken en wordt er gezamenlijk gebouwd aan de doelstellingen van de natuurherstelwet.
Deze samenwerking wil individuele doelstellingen verbinden tot een grotere geheel: 'een Nationaal park'.
Er moet steeds gezocht worden naar win-winsituaties en de acties moeten voortkomen uit vrijwillige samenwerking, opportuniteiten en kansen.
In de plannen voor Nationale parken waren garanties opgenomen dat er geen impact zou zijn op de omliggende landbouwgebieden en de terreinen van privé-eigenaren in de natuurgebieden.
Bij Nationale parken worden geen nieuwe verplichtingen of beperkende maatregelen opgelegd bovenop de bestaande wetgeving (Parkendecreet). Echter, deze boodschap werd niet goed ontvangen.
Volgens de gemeentebesturen was het onmogelijk om in deze korte tijdspanne draagvlak te creëren bij alle besturen, privé-eigenaren en landbouwers.
De gemeentebesturen zouden daarom de samenwerking met buurgemeenten, landbouwers, privé-eigenaren en natuurbeheerders verder versterken.
De vraag blijft echter wat er ondertussen is gebeurd om dit draagvlak te vergroten en welke stappen de gemeentebesturen hiervoor hebben ondernomen!?
Intussen missen we miljoenen euro's aan subsidies om de natuur te versterken en te herstellen.
De gemeenteraadsverkiezingen liggen in het verschiet, hét moment om een evaluatie te maken!
Foto's: Mark Mertens
Geen opmerkingen:
Een reactie posten