vrijdag 13 december 2024

Vroeger waren er in Vlaanderen evenveel houtkanten als drie keer de wereld rond

Vroeger waren er in Vlaanderen evenveel houtkanten als drie keer de wereld rond


Bij het woord biodiversiteit denken we vaak aan uitgestrekte bossen bloemrijke graslanden en zompige moerassen, maar ook houtkanten en hagen in het landbouwlandschap kunnen echte hotspots van biodiversiteit zijn. Veel fauna en flora gebruiken houtkanten als habitat, en sommige soorten zijn er zelfs echt van afhankelijk of gebruiken houtkanten als veilige doorgangswegen om zich door het landschap te verplaatsen.
Het is algemeen bekend GroenRand de uitbreiding van kleine landschapselementen probeert te bevorderen.
GroenRand heeft reeds eerder aangegeven dat veel van onze faunasoorten afhankelijk zijn van houtkanten en dat deze - samen met de houtkanten zelf - achteruitgaan of al erg zeldzaam zijn geworden. Denk maar aan de boomkikker, geelgors, zomertortel, egel, hazelmuis en tal van vleermuizen om er slechts enkele te noemen.
Onze wilde bestuivers verkeren tevens in een zorgwekkende achteruitgang en hebben behoefte aan voedsel- en nestvoorzieningen, ook buiten de bestaande natuurgebieden. In dit verband spelen landbouwlandschappen een belangrijke rol.

In samenwerking met het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) heeft het agentschap Onroerend Erfgoed een kaart ontwikkeld die de evolutie van open en gesloten landschappen in Vlaanderen weergeeft. Deze kaart toont de ontwikkeling van de openheid van onze omgeving vanaf het einde van de 18de eeuw tot kort na de Tweede Wereldoorlog; Eén conclusie springt in het oog: ons landschap is veel opener geworden doordat traditionele hagen, houtkanten en bomenrijen in grote mate zijn verdwenen.
We noemen dit vaak kleine landschapselementen, maar vele kleintjes maken één groot.
Zo groot zelfs dat alle hagen, houtkanten en bomenrijen van de Ferrariskaart samen bijna 130.000 km lang zijn.
Als je in 1778 een tocht langs hagen, houtkanten en bomenrijen in onze streken wilde maken, zou je drie keer rond de aarde hebben moeten lopen.
Om het met een boutade te zeggen: in Vlaanderen stonden meer bomen buiten het bos dan erin.
Maar dat behoort helaas tot het verleden. Vandaag de dag blijft daar slechts een fractie van over.


Onze landschappen krioelden in de achttiende eeuw van bomenrijen, grote of kleine bosjes, hagen en houtkanten langs wegen, percelen of erven.
Dat groen diende vroeger vooral als afbakening van de talloze akkers en weilanden. De percelen waren toen kleiner, waardoor er veel meer grenzen waren met deze kleine landschapselementen. Hagen, houtkanten en bomenrijen beschermden de weilanden en akkers, leverden hout of werden esthetisch aangelegd als een imposante dreef.


Dat cultuurhistorisch landschap gaf planten en dieren een rijk leefgebied met veel kansen om te migreren, te schuilen of voedsel te vinden. Door het herstellen van het landschap kunnen we bijdragen aan de oplossing voor huidige biodiversiteits- en klimaatcrisis.
In samenwerking met van het Instituut Natuur- en Bosonderzoek hebben de onderzoekers van Agentschap Onroerend Erfgoed een kaart samengesteld die de evolutie van gesloten naar steeds meer open landschappen visualiseert.

Digitaal Vlaanderen zorgde voor de ontsluiting van de data in Geopunt. 
Samen met de bijbehorende handleiding wordt gehoopt om zo cultuurhistorische inspiratie te bieden bij de keuze voor extra houtkanten en extra bos.

Wil je datalagen van de open en gesloten landschappen bekijken?

GIS datalagen in jouw eigen GIS-project inladen? 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten