GroenRand brengt bestuivers in de kijker: de grijze zandbij
© Frank Vermeiren - lid van GroenRand
Bijen en hommels spelen een cruciale rol in de bestuiving van planten door hun frequente bloembezoeken. Zo is 33% van de landbouwgewassen en 67% van alle plantensoorten afhankelijk van bijen voor hun voortbestaan. De meeste bijensoorten hebben gespecialiseerde beharing om stuifmeel te transporteren. Zandbijen hebben borstelachtige beharing in de oksel van de achterpoot. De meerderheid leeft solitair en gaat enkel tijdens het paringsseizoen een korte relatie aan met één of meerdere soortgenoten.
© Frank Vermeiren - lid van GroenRand
De grijze zandbij (Andrena vaga) is een gemakkelijk herkenbare solitaire bij.
De vrouwtjes hebben een zwart, glimmend achterlijf en het borststuk is dicht behaard.
De lange grijze haren vormen als het ware een 'pelsje'.
De mannetjes zijn vergelijkbaar, maar hebben een minder dichte beharing op het borststuk. Mannetjes hebben een lange witte 'baard' op de onderste helft van het gezicht.
© Frank Vermeiren - lid van GroenRand
Je vindt de grijze zandbij overal waar de bodem zanderig is en waar wilgen in de buurt zijn: heidegebied, Kempense naaldbossen en zandputten. Van maart tot en met mei kan je deze zandbewoner horen zoemen op de Kalmthoutse Heide. De grijze zandbij is niet agressief en volledig ongevaarlijk. Het is bovendien een van de grootste zandbijen. Het vrouwtje is 13 tot 15 millimeter lang, terwijl het mannetje kleiner is en 10 millimeter wordt.
© Frank Vermeiren - lid van GroenRand
Als je op een zonnige, open plek kleine bultjes zand ziet, dan is het mogelijk dat hier wilde bijen nestelen. Ongeveer tachtig procent van de wilde bijen graven gangen in de grond om 'kraamkamers' te maken. Ook de grijze zandbij doet mee aan deze ondergrondse vastgoedmarkt!
© Frank Vermeiren - lid van GroenRand
Zandbijen zijn dol op (half)open zonnige plekken, waar ze snel kunnen opwarmen in de ochtendzon. Als je er een vindt is de kans groot dat er nog meer in de buurt zijn. Bijen leven in kolonies, maar elk hol wordt slechts door één zandbijenvrouwtje bewoond. Deze bij haalt haar voedsel binnen een straal van ongeveer een kwart kilometer rondom haar nest.
© Frank Vermeiren - lid van GroenRand
In het voorjaar kruipen de mannelijke bijen als eerste uit het nest, alsof ze geen moment willen missen. Ze zijn een paar dagen voor de vrouwtjes actief en vliegen laag over de grond, net als kleine Casanova’s, op zoek naar een partner. Zodra een vrouwtje verschijnt, storten ze zich erop en proberen soms met z'n allen tegelijk te paren. De enige taak van de mannetjes is bevruchten, en daarna vallen ze letterlijk dood neer.
© Wim Verschraegen - medewerker van Onze GroenRand-natuur
Grijze zandbijen vliegen alleen tijdens de bloeiperiode van de wilgen. Ze verzamelen het stuifmeel van de wilgen in hun uitgegraven nestholte als voedselvoorraad voor hun larven. Wilgen bloeien ongeveer van maart tot en met mei en ook de grijze zandbij is in die periode te vinden. Grijze zandbijen zijn solitaire wilde bijen, maar ze hebben een voorkeur om in groepen te nestelen. De vrouwtjes graven een nest met 6 tot 10 broedcellen aan het eind van het gangetje.
Elke keer dat ze het nest verlaat, sluit ze het af met zand.
Het stuifmeel brengt ze mee als dikke gele bollen aan haar achterpoten en het nectar in haar krop.
In het nest maakt ze van het stuifmeel en nectar een bolletje waarop ze een eitje legt.
De larven houden hun winterslaap in de door de vrouwtjesbijen gegraven kuilen, die wel tot 50 cm diep kunnen zijn. In het voorjaar komen de jonge Grijze Zandbijen tevoorschijn en begint het hele cyclus weer van voren af aan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten