Ook wantsen zijn bestuivers

Ook wantsen zijn bestuivers

De bij is als de vliegende bloemenbestuiver onmisbaar voor de groei en bloei van bloemen en planten. Ze spelen een cruciale rol in het ecosysteem door het helpen van de voortplanting van planten, en zonder hen zouden veel bloemen en gewassen niet kunnen overleven. Hun bijdrage aan de biodiversiteit en voedselproductie is van onschatbare waarde. Als een cruciale schakel in het ecosysteem staat de bij symbool voor intelligentie, samenwerking en verbinding. GroenRand voelt zich nauw verbonden met deze kleine superhelden, omdat wij ons net als de bij bezighouden met het herstellen van de natuurlijke vitaliteit. Daarom ondersteunt GroenRand in 2025 initiatieven om de levensomstandigheden van de bedreigde bij te verbeteren.

Als je aan bestuiving denkt, denk je waarschijnlijk meteen aan bijen. Dat is niet gek, want vliegende insecten zoals bijen en hommels zijn de meest voorkomende bloemenbestuivers. Maar wist je dat er nog meer insecten zijn die hieraan bijdragen? Denk bijvoorbeeld aan kevers, vlinders, zweefvliegen en zelfs wantsen. Het is een echte insectenparty daarbuiten! Vandaag onderzoeken we het leven van de bestuivende wantsen.

Op het eerste gezicht lijken wantsen een beetje op kevers, alsof ze familie zijn. Maar als je goed kijkt, zie je dat wantsen een platte versie van de kevers zijn! Wanneer ze stilstaan of rondwandelen, verbergen ze hun vleugels onder hun de schilden.

Bij kevers zijn de dekschilden volledig verhard. Bij wantsen is een deel van het dekschild echter niet verhard, maar doorzichtig en vliesachtig. Bij wantsen zie je daarnaast vaak, maar niet altijd, een driehoekig schildje op hun rug. De punt van dit schildje wijst naar achteren. Nog een opvallend verschil: terwijl kevers een mond hebben waarmee ze bijten, hebben wantsen een zuigsnuit. Dit is een soort rietje waarmee ze van alles opzuigen.

De grauwe schildwans was lange tijd een zeldzaamheid. Pas de afgelopen tien jaar is ze de aanzienlijk toegenomen.
Inmiddels is de soort vrij algemeen en komt ze in heel Vlaanderen algemeen voor.

De groene schildwants, Palomena

Deze wants, ook wel groene stinkwants genoemd, komt in heel Vlaanderen voor en is de meest algemene soort van grote wantsen.

Ze worden tussen 11 en 14 mm groot. Je vindt ze zowel in de stad, in landbouwgebied, natuurgebied en bosranden. Ze voedt zich met plantensappen. De hazelaar is een belangrijke voedselplant.

De vuurwants, Pyrrhocoris apterus

Deze prachtig gekleurde wants is 11 mm groot en wordt meestal in groepjes aangetroffen. Overdag zijn ze vaak massaal te zien op de schors van bomen of op grond in siertuinen. 
Ze zijn volledig onschadelijk voor bomen en struiken.
Ze kunnen niet vliegen en houden van warme plekken.
Vuurwantsen zijn te zien van mei tot augustus.
Ze voeden zich met de sappen van afgevallen bladeren, zaden en wondsappen uit bomen. Over het algemeen zijn ze vegetariërs.

De zuringrandwants, Coreus marginatus

Een redelijk forse wants die tot 15 mm groot kan worden. Komt zeer algemeen voor en wordt vaak gevonden in tuinen en parken.

Je vindt ze in biotopen waar zuringplanten staan. Je ziet de overwinterende wantsen van april tot juni en de nieuwe generatie in augustus en september. Foto's: Frank Vermeiren - lid van GroenRand